begrijpend lezen les 10: herhaling

Nederlands - begrijpend lezen
Les 10
Jaar  1
Periode 4
timer
10:00
We starten met 10 minuten lezen.
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Nederlands - begrijpend lezen
Les 10
Jaar  1
Periode 4
timer
10:00
We starten met 10 minuten lezen.

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je...
...geleerd wat een feit, mening en argument is.
...geleerd wat subjectief en objectief betekent.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...de begrippen feit, mening, argument herhalen.
...de begrippen subjectief en objectief herhalen.


Slide 3 - Diapositive

Feit / mening / argument

Slide 4 - Diapositive

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 5 - Diapositive

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 6 - Diapositive

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 7 - Diapositive

Feit, mening, argument
Feit: is waar of niet waar, iets wat je kunt controleren.

Mening: wat iemand van iets of iemand vindt.

Argument: reden waarom je iets vindt.



Slide 8 - Diapositive

Objectief / subjectief

Objectief: gebaseerd op feiten

Subjectief: gebaseerd op meningen

Slide 9 - Diapositive

Rosa heeft een prachtig kapsel.
Volgens deskundigen gaat het slecht met het damhert. 
Meester Bram vindt Koen een slimme leerling. 
Turkije verbiedt roken in het openbaar. 
Het is een schande dat Trump niet erkent dat Biden de verkiezingen heeft gewonnen. 
Nederland telt nu 24 nieuwe corona-teststraten. 
Subjectief
Objectief
Subjectief
Subjectief
Objectief
Objectief

Slide 10 - Question de remorquage

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 11 - Question de remorquage

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.
13 t/m 44

Slide 12 - Diapositive

Feit of mening?
Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz

Feit, mening of argument
'Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen.'
A
Feit
B
Argument
C
Mening

Slide 14 - Quiz

Feit of mening?
Eindhoven telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quiz

Feit of mening?

Jan werkt erg hard.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quiz

Feit of mening:
De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening

Slide 17 - Quiz

feit of mening?

Gras is onkruid.
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quiz

Feit of mening?
Mijn broek is blauw.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quiz

Controleerbaar: objectief
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 22 - Quiz

Feit of mening?
Lezen is leuk
A
feit
B
mening

Slide 23 - Quiz

Feit of mening?
1) De praktijklessen waren leuk en leerzaam.
2) Lisa heeft een hekel aan turnen.
A
feit - mening
B
mening - feit
C
feit - feit

Slide 24 - Quiz

Ik vind dat mensen meer moeten bewegen.
A
Feit
B
Mening

Slide 25 - Quiz

Omdat de helft van de Nederlanders overgewicht heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quiz

Drie op de vier Nederlanders heeft geen werk.
A
feit
B
feit en mening
C
mening + argument
D
mening

Slide 27 - Quiz

Klaas weegt 50 kilo.
A
mening
B
feit

Slide 28 - Quiz

Kahoots zijn leuk
A
Feit
B
Mening

Slide 29 - Quiz

Nederlands is een kernvak.
A
Feit
B
Mening

Slide 30 - Quiz

School is stom.

A
Mening
B
Feit

Slide 31 - Quiz

Subjectieve informatie is een
A
feit
B
mening

Slide 32 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 33 - Quiz

Het is hier ijskoud!
A
feit
B
mening

Slide 34 - Quiz

13 x 13 = 169
A
Feit
B
Mening

Slide 35 - Quiz

Objectieve informatie is een..
A
feit
B
mening

Slide 36 - Quiz

Binnenkort zijn er verkiezingen.
A
feit
B
mening

Slide 37 - Quiz

Superhandig, die stuurverwarming in onze nieuwe auto.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 38 - Quiz

Feit, mening of argument?
Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 39 - Quiz

Feit, mening of argument?
De Lybische premier is ontvoerd en daarna bevrijd.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 40 - Quiz

Feit, mening of argument?
De toets was lastiger dan ik had verwacht.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 41 - Quiz

Feit, mening, of argument?
Online les is saai.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 42 - Quiz

Frozen is een kinderachtige film.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 43 - Quiz

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 44 - Quiz

Tot slot:
Ik beheers de onderdelen van begrijpend lezen
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz