Plannen van zorg

Zorgplan
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zorgplan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plannen van zorg?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat je wil je leren?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er in een zorgdossier?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zorgplan/ ondersteuningsplan?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Basis van zorgplan


Van huidige situatie naar gewenste situatie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch werken
Beroepsmatige zorg
  • Traject van zorgvraag naar zorgaanbod
= werken volgens vaste werkwijze

 Systematisch denken en handelen.
Kenmerken: doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust
Continue cyclisch proces



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappen 
methodisch werken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gegevens verzamelen en 
Classificeren

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem verschillende "problemen"

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan moet een probleemformulering voldoen?

Slide 19 - Question ouverte

Duidelijke formulering
Gesprek met zorgvrager ( en/ of naasten)
Beschrijf zoveel mogelijk vanuit gedrag.
Beschrijf vanuit beleving van zorgvrager
Geef bij omschrijving de ( mogelijke) oorzaak

PES
P= Probleem
E= Etiologie ( oorzaak)
S= Symptoms

voorbeeld
  • P= Meneer heeft een verstoord slaappatroon
  • E= Ziekte van Alzheimer
  • S= Mijnheer vertoont 's nachts dwaalgedrag/ overdag slapen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Meneer X. is jouw cliënt op de afdeling. Hij is afhankelijk van hulp en kan zichzelf niet redden met ADL en mobiliseren. Hij komt 3 keer per dag, op jouw aandringen, een uur uit bed. Dan zit hij even in de stoel naast het bed. Daarnaast komt de fysio een keer per dag met hem oefenen. Meneer X. heeft weinig eetlust en laat ruim de helft van zijn maaltijden staan. Hij heeft al jaren diabetes en gebruikt daarvoor insuline. Je ziet dat hij een erg rode huid heeft op zijn stuit. Zijn huid is op die plaats ontveld en hij geeft pijnklachten aan, precies op die plek.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3 Vaststellen doel

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formuleren van doelen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Formuleer een SMART doel voor een cliënt uit je werksituatie

Nabespreken

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zorgplan is
A
verplicht
B
niet verplicht

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De S in SMART staat voor:
A
Somatisch
B
Spaarzaam
C
Symptomen
D
Specifiek

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zorgvrager met rugklachten moet langere tijd platte bedrust houden. Hij geeft aan het moeilijk te vinden de hele dag naar het plafond te moeten staren. Hij verveelt zich kapot. In de avond gaat hij liggen piekeren en kan maar niet de slaap te pakken krijgen. Hij heeft nu al 3 nachten gemiddeld 2 uur geslapen.
Wat is de E ( etiologie)?
A
verstoorde slaap
B
piekeren
C
gemiddeld 3 uur slapen
D
bedrust

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Brink geeft binnen een maand aan zich minder eenzaam te voelen.
Wat is de T in dit doel?
A
Meneer Brink
B
Binnen een maand
C
Minder eenzaam

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions