Les P4.1 Mondeling examen Spreken 3F

Nederlands
Jaar 1 | 2020-2021 | Periode 4 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Jaar 1 | 2020-2021 | Periode 4 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Welkom
    - Vorige les: Bouwsteen 03 + 04
    - Volgend studiejaar
  • Examen Spreken 3F
  • Precondities
  • Beoordeling
  • Theorie: een goede stelling
  • Online afname en planning
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Examens Nederlands
Naam examen
Weging
Afnamemoment
Centraal Examen Lezen en Luisteren
50%
Op een vaste datum (landelijk)
Instellingsexamen Schrijven
25%
Op een vaste datum
Instellingsexamens Spreken/Gesprekken voeren
25%
Afname door docent
  • Vijf afnameperiodes
  • Niveau 4 opleiding: je doet je examens op 3F-niveau.
  • Het eindcijfer is een combinatie van: het cijfer van het Centraal Examen Lezen en luisteren en het gemiddelde cijfer van de instellingsexamens.

Slide 3 - Diapositive

Examen Spreken 3F
Je geeft een presentatie over een stelling (betoog). Het onderwerp mag aansluiten bij je opleiding, maar ook bij je eigen interessegebied of de actualiteit. De docent speelt het publiek.

Het doel van de presentatie is om je publiek te overtuigen.

Tip: kies een onderwerp waar je een sterke mening over hebt en maak een PowerPoint!

Slide 4 - Diapositive

Hoe ziet het examen eruit?
De presentatie moet tussen de 6 en 8 minuten duren. De presentatie is opgebouwd uit een inleiding, kern en slot.

Inleiding
Met de inleiding trek je de aandacht van de luisteraar en introduceer je het onderwerp. De volgende punten komen aan bod:
  • Introduceer jezelf kort;
  • Geef aan waar je presentatie over gaat;
  • Benoem de stelling die je hebt gekozen.

Slide 5 - Diapositive

Hoe ziet het examen eruit?
Kern
  • Je legt uit waarom je de stelling hebt gekozen.
  • Je formuleert jouw standpunt (mening) ten opzichte van de stelling.​
  • Je geeft minimaal twee argumenten waarom je dit vindt: kom met feiten, zoek op internet naar recente onderzoeken die jouw mening ondersteunen, zorg ervoor dat je argumenten kracht hebben.​
  • Noem minimaal twee argumenten die tegenstanders van jouw standpunt gebruiken.​ Onderbouw waarom je het niet eens bent met deze argumenten.​
  • Geef een advies, verwachting of voorspelling voor de toekomst die te maken heeft met je stelling.




Slide 6 - Diapositive

Hoe ziet het examen eruit?
Slot
In het slot trek je een conclusie of stel je een vervolgvraag. Je komt nog even terug op jouw standpunt, jouw argumenten en je geeft een samenvatting. Vervolgens trek je een conclusie, kom je met een advies of kom je met een vervolgvraag.




Slide 7 - Diapositive

Precondities
Precondities Spreken 3F
Dit zijn de voorwaarden waaraan je examen moet voldoen, voordat je docent het examen mag beoordelen. Deze precondities zijn:

  • De opdrachten zijn in het Nederlands gesproken;
  • De opdrachten zijn voldoende verstaanbaar;
  • Je hebt minimaal 80% van de totale opdracht uitgewerkt.
En verder:
  • Je mag aantekeningen in steekwoorden bij het examen hebben. Je mag niet voorlezen.
  • Je mag een PowerPoint gebruiken.
  • De presentatie duurt 6-8 minuten.
  • Voldoe je niet aan de precondities? Dan gaat de beoordeling niet verder en is het eindcijfer een 1.0

Slide 8 - Diapositive

Beoordeling
Aspect
Toelichting
Samenhang
Je bent in staat om met complexere verbanden (bijvoorbeeld oorzaak-gevolg, voor- en nadelen) samenhang aan te brengen. Je kunt de opbouw duidelijk maken en deze aanhouden.
Afstemming op doel
Je bereikt het spreekdoel. Je kunt, indien nodig, verschillende spreekdoelen in één presentatie combineren.
Afstemming op het publiek
Je kiest in formele of informele situaties zonder moeite consequent de juiste toon. Je past je woordgebruik aan aan je publiek. 
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een goede woordenschat en varieert in woordgebruik. Je woordkeuze past bij de situatie.
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Goed verstaanbaar, normaal spreektempo en goede uitspraak met de juiste intonatie. Je gebruikt correcte zinsconstructies en je beheerst de grammatica goed.

Slide 9 - Diapositive

Theorie: een goede stelling
7 criteria voor een goede stelling
  1. De stelling is controversieel: de stelling is aanvechtbaar
    Goed: Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun kinderen
    Fout: Kinderrechten zijn belangrijk
  2. De stelling is positief geformuleerd
    Goed: Overheidssubsidie voor kunst en cultuur moet worden afgeschaft
    Fout: Kunst en cultuur moeten niet langer door de overheid worden gesubsidieerd
  3. De stelling is absoluut geformuleerd: vermijd twijfeltaal
    Goed: Alcoholreclame moet worden verboden
    Fout: Het is beter als sommige alcoholreclames worden verboden
  4. De stelling is eenduidig: kies één onderwerp
    Goed: Dierentuinen moeten verboden worden
    Fout: Dierentuinen en wildparken moeten verboden worden.
  5. De stelling is een verandering van de huidige situatie
  6. De stelling bevat geen argument
  7. De stelling is kort en bondig (maximaal 15 woorden)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Online afname en planning
Afname via Teams
Je ontvangt een uitnodiging via Teams. Accepteer de uitnodiging, zodat het examen in je agenda komt te staan.

Het examen wordt opgenomen
Opname via Microsoft Streams. De opname is alleen zichtbaar voor de examinator.
Vereisten
Zorg voor een goede internetverbinding + camera op je laptop en zorg ervoor dat er geen andere mensen in de ruimte aanwezig zijn.

Planning
De planning komt in Teams onder Nederlands > Bestanden > Examens > Spreken te staan.

Slide 12 - Diapositive

Volgende week
Donderdag 27 mei
Neem een stelling (of meerdere stellingen) mee naar de les. 

Tijdens de les bespreken we de stellingen en maken
we de planning.

Donderdag 3 juni
Mondelinge examens
Geen examen? Dan ga je aan de slag in
Taalblokken.

Slide 13 - Diapositive

Taalvoutjes: spot de fout
Fout gespot? Doe je handje in Teams omhoog! 

Slide 14 - Diapositive