Spelling H3 LJ2 les 1

Spelling hoofdstuk 3
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Spelling hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Wie huiswerk niet af?

-Herhaling hoofdstuk 1 + 2
- Maken opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Wie huiswerk niet af?

Huiswerk was:

Maken opdracht 7 t/m 12 van 3.4 Grammatica

Zorg ook dat je opdracht 1 t/m 6 maakt als je dat nog niet af had de vorige les

Slide 3 - Diapositive

Hoe komt het dat het huiswerk niet af is?
A
Ik had het af
B
Ik heb er niet aan gedacht
C
Het was te veel
D
Anders

Slide 4 - Quiz

Herhaling hoofdstuk 1
Bij hij / zij / het komt er ALTIJD een –t achter de pv
Hij loopt – zij maakt – het regent
Als ‘jij’ vóór de pv staat, komt er WEL een –t achter de pv
Jij gaat naar de supermarkt
Als ‘jij’ achter de pv staat, komt er GEEN –t achter de pv
Ga jij naar de supermarkt?

Slide 5 - Diapositive

Herhaling hoofdstuk 1
Sterke werkwoorden
Veranderen in de verleden tijd: lopen – liepen; gaan - gingen

Zwakke werkwoorden
Krijgen in de v-tijd +te(n) of +de(n)
De N is afhankelijk van het onderwerp
Enkelvoud = GEEN N
Meervoud = WEL N

Slide 6 - Diapositive

Herhaling hoofdstuk 2
Verleden tijd +de of +te?

‘T eX – K o F S CH i P

Zit de laatste letter van de stam WEL erin           + TE(N)

Zit de laatste letter van de stam NIET erin           + DE(N)

Slide 7 - Diapositive

Herhaling hoofdstuk 2
Sommige zn eindigen op –ie (bijv. drie)
In het meervoud krijgt dit woord een (extra) e met puntjes (ë)
De ë noem je een trema

Soms komt er een extra e, soms niet. Hiervoor is een regel

Slide 8 - Diapositive

Herhaling hoofdstuk 2
Ligt de klemtoon van een woord op de LAATSTE lettergreep: dan krijgt het woord een extra –e en zet je op de laatste E een trema
Melodie  Melodieën

Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep, dan krijgt het woord ook GEEN extra E, maar komt de trema op de E die al bij het woord hoort
Bacterie  Bacteriën

Slide 9 - Diapositive

Maken opdrachten
Huiswerk was:
Maken opdracht 7 t/m 12 van 3.4 Grammatica

Nieuw huiswerk:
Maken opdracht 1 t/m 3 van 3.5 Spelling

Slide 10 - Diapositive