Je omgeving waarnemen!

Je omgeving waarnemen!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Je omgeving waarnemen!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je je omgeving observeren en beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Begin met het introduceren van het leerdoel van deze les.
Wat weet jij al over het waarnemen van je omgeving?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waarnemen?
Waarnemen betekent het opmerken van dingen om je heen met behulp van je zintuigen.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat waarnemen betekent en waarom het belangrijk is.
De vijf zintuigen
De vijf zintuigen zijn zien, horen, ruiken, proeven en voelen.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf de vijf zintuigen en leg uit hoe ze ons helpen om onze omgeving waar te nemen.
Zien
Zien is het opvangen van licht door je ogen en het interpreteren van die informatie.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf hoe het zicht werkt en hoe het ons helpt om onze omgeving te observeren.
Horen
Horen is het opvangen van geluidsgolven door je oren en het interpreteren van die informatie.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf hoe het gehoor werkt en hoe het ons helpt om onze omgeving te observeren.
Ruiken
Ruiken is het opvangen van geurmoleculen door je neus en het interpreteren van die informatie.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf hoe het reukvermogen werkt en hoe het ons helpt om onze omgeving te observeren.
Proeven
Proeven is het opvangen van smaakmoleculen door je tong en het interpreteren van die informatie.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf hoe het smaakvermogen werkt en hoe het ons helpt om onze omgeving te observeren.
Voelen
Voelen is het opvangen van tactiele informatie door de huid en het interpreteren van die informatie.

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf hoe het tastvermogen werkt en hoe het ons helpt om onze omgeving te observeren.
Observatie-oefening
Beschrijf een object in de ruimte en vraag de leerlingen om het te vinden en te beschrijven.

Slide 11 - Diapositive

Geef de leerlingen instructies over hoe ze de observatie-oefening moeten uitvoeren en hoe ze hun waarnemingen kunnen noteren.
Verborgen voorwerpen
Laat de leerlingen een aantal verborgen voorwerpen vinden en beschrijven.

Slide 12 - Diapositive

Geef de leerlingen instructies over hoe ze de verborgen voorwerpen moeten vinden en hoe ze hun waarnemingen kunnen noteren.
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren zijn dingen zoals temperatuur, licht, geluid en geur die onze waarneming kunnen beïnvloeden.

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wat omgevingsfactoren zijn en hoe ze onze waarneming kunnen beïnvloeden.
Waarnemingsfouten
Waarnemingsfouten zijn fouten die kunnen optreden tijdens het waarnemen van dingen om ons heen.

Slide 14 - Diapositive

Beschrijf de verschillende soorten waarnemingsfouten en geef voorbeelden van elk.
Samenvatting
Herhaal het belang van waarnemen en beschrijf hoe onze zintuigen ons helpen om onze omgeving waar te nemen.

Slide 15 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van waarnemen.
Vragen
Zijn er nog vragen over het waarnemen van je omgeving?

Slide 16 - Diapositive

Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.