Voorbereidingsles Alfraji | Kensmil
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertel dat jullie binnenkort de dubbelsolo van Sadik Kwaish Alfraji en Natasja Kensmil gaan bezoeken bij Kunsthal KAdE. Iedere kunstenaar heeft een eigen verdieping in de Kunsthal.
Slide 2 - Diapositive
Hier zien we Natasja Kensmil in haar atelier.
Slide 3 - Diapositive
Bekijk de foto van Natasja in haar atelier
Vraag:
Wat zien jullie? (probeer zo feitelijk mogelijk te beschrijven wat je ziet)
Wat valt jullie op?
Bespreek:
Wat komen we al kijkend te weten over hoe deze kunstenaar?
(wat maakt ze? hoe werkt ze? wat kun je al zeggen over kleur / stijl / onderwerp van haar werk?)
Vertel dat Natasja in haar atelier heel veel plaatjes verzamelt. Vooral oude foto's en plaatjes van schilderijen. Die plaatjes gebruikt ze als inspiratie om nieuwe kunst te maken. Ze maakt schilderijen en tekeningen. Vaak gebruikt ze donkere kleuren.
Slide 4 - Vidéo
Bekijk het filmpje.
Bespreek: Dit filmpje laat zien hoe Natasja veel van haar schilderijen maakt. Wat hebben jullie gezien? Hoe maakt de kunstenaar haar kunst?
Vertel: Natasja begint al haar schilderijen met een eerste schildering. Maar tijdens het schilderen verandert het schilderij nog heel vaak. Dan schildert Natasja er iets nieuws overheen. Haar schilderijen zijn daarom vaak heel dik omdat er zoveel lagen verf over elkaar heen zitten.
Dit is een schilderij van een heleboel beestjes. Maar meestal gaan Natasja's schilderijen over de geschiedenis.
Slide 5 - Diapositive
Vertel dat dit zo'n schilderij van een geschiedenisverhaal is.
Vraag of iemand het verhaal van de familie Romanov kent. Laat diegene evt. vertellen wat hij/zij weet.
Opdracht laat de leerlingen zelf (in groepjes) informatie opzoeken (in boeken of op het internet) over de Romanovs: wie waren zij?
Bespreek wat ze hebben ontdekt:
- Wanneer leefde deze familie?
- Welke familieleden waren er?
- Wat maakt de familie bijzonder?
- Wat is er met hen gebeurd?
Vertel dat de leerlingen tijdens de rondleidingen ook samen met de museumdocent dit schilderij zullen gaan bekijken.
Slide 6 - Diapositive
Hier zien we Sadik Kwaish Alfraji in zijn atelier.
Slide 7 - Diapositive
Bekijk de foto van Sadik in zijn atelier
Vraag:
Wat zien jullie? (probeer zo feitelijk mogelijk te beschrijven wat je ziet)
Wat valt jullie op?
Bespreek:
Wat komen we al kijkend te weten over deze kunstenaar?
(wat maakt hij? hoe werkt hij? wat kun je al zeggen over kleur / stijl / onderwerp van zijn werk?)
Vertel dat Sadik in films maakt en tekeningen en schilderijen. Vaak zijn de kunstwerken heel groot. Meestal gebruikt hij de kleur zwart.
Sadik komt uit Irak.
Wat weten jullie over Irak?
Wat weten jullie over Irak?
Slide 8 - Carte mentale
Bespreek deze vraag
Je kunt deze vraag klassikaal bespreken of leerlingen mee laten doen met hun mobiele telefoon.
Slide 9 - Vidéo
Bekijk dit filmpje van Schooltv over Basma en Hyam, twee Irakese meisjes die vluchtten uit Irak.
Vertel dat Sadik al veel langer geleden naar Nederland is gekomen. Hij woont nu in Nederland met zijn vrouw en twee kinderen. Er is al heel lang oorlog in Irak. Sadik's kunst gaat over hoe moeilijk het was om in Irak te wonen, maar ook over hoe hij nu toch heimwee heeft naar zijn thuisland. Veel van zijn kunst gaat daarover.
Slide 10 - Diapositive
Vertel dat Sadik in 2009 weer even terug was in Irak. Hij ontmoette toen zijn neefje Ali van 11 jaar. Na een tijdje ging Sadik weer terug naar Nederland. Ali bleef in Irak. Ali gaf Sadik een brief mee. Dat is deze brief.
Vraag wat zien jullie op deze brief?
Wat denken jullie dat er staat?
Vertel dat Ali een boot heeft getekend. In de brief staat: ik wou dat deze brief mij naar jou kon brengen.
Vraag wat denk je dat Ali met deze brief wil vertellen aan zijn oom Sadik?
Slide 11 - Vidéo
Vertel dat Sadik een kunstwerk maakte over Ali's brief. Het kunstwerk is een film. Die gaan we nu bekijken.
Bekijk de video.
Slide 12 - Diapositive
Bespreek wat jullie hebben gezien in de film.
Opdracht deel de geprinte A4tjes uit. Laat leerlingen nadenken over deze vraag:
'Stel dat je een boot had en overal naar toe kon gaan. Waar zou je dan heen gaan?'
> naar een plek ver van hier?
> naar een persoon?
> naar een droomwereld?
> naar een nieuwe plek of juist terug naar een oude plek?
