meervoud apostrof 's en bezits-s

Vandaag
- Paragraaf 3.12 (blz. 126) Meervoud en spelling
- Extra oefenen op telefoon
- Gezamenlijk beginnen Thema 4.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Alfabetisering NT2HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag
- Paragraaf 3.12 (blz. 126) Meervoud en spelling
- Extra oefenen op telefoon
- Gezamenlijk beginnen Thema 4.

Slide 1 - Diapositive

Meervoud
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -en, -el, -em, -er, -ie, -eau en -je, krijgen in het meervoud meestal een s erbij.
  • Tafels
  • Molens
  • Kamers
  • Bureaus
  • Kopjes

Slide 2 - Diapositive

Let op!
Veel zelfstandig naamwoorden krijgen de letters -en
  • een boek - de boeken
  • een kast - de kasten
  • een berg - de bergen
  • een knoop - de knopen
  • een plaat - de platen
  • een avontuur - de avonturen 

Slide 3 - Diapositive

Apostrof 's 
Als woorden eindigen op a, i, o, u of y schrijf je in het meervoud een 's.
  • pinda'            
  • kiwi's
  • taxi's
  • auto's 
  • foto's
  • baby's 
  • paraplu's
  • pony's

Slide 4 - Diapositive

Bezits-s
De officiële regel is dat de bezits-s aan een naam vast geschreven wordt:

  • Piets fiets
  • Mariekes vriendin
  • Oscars tante

Slide 5 - Diapositive

Bezits-s met apostrof
Volgt op een lange klank die met één enkele a, i, o, u of y wordt geschreven: 
  • Anna’s jas, 
  • Evi’s moeder, 
  • Otto’s jas, 
  • Randy’s moeder;
  • op een enkele e die als ‘ee’ klinkt: Zoë’s baan.

Slide 6 - Diapositive

Laten we oefenen


apostrof 's of niet?

Slide 7 - Diapositive

Daniel
A
Daniels schrift
B
Daniels' schrift

Slide 8 - Quiz

Melle
A
Melles boek
B
Melle's boek

Slide 9 - Quiz


A
Anna's laptop
B
Annas laptop

Slide 10 - Quiz

Oma
A
Omas
B
Oma's

Slide 11 - Quiz

Appel
A
Appels
B
Appel's

Slide 12 - Quiz

Baby
A
Baby's
B
Babys

Slide 13 - Quiz

Lepel
A
Lepels
B
Lepel's

Slide 14 - Quiz

Bezoeker
A
Bezoekers
B
Bezoekers'

Slide 15 - Quiz

Euro
A
Euros
B
Euro's

Slide 16 - Quiz

Firma
A
Firmas
B
Firma's

Slide 17 - Quiz

Kleuter
A
Kleuters
B
Kleuter's

Slide 18 - Quiz

Café
A
Cafés
B
Café's

Slide 19 - Quiz

Kleur
A
Kleuren
B
Kleures

Slide 20 - Quiz