B4 SP: apostrof


Goedemorgen allemaal!

- Ga zitten
- Start je laptop op
- Inloggen in LessonUp
- Open in een ander tabblad de methode nederlands



timer
3:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Goedemorgen allemaal!

- Ga zitten
- Start je laptop op
- Inloggen in LessonUp
- Open in een ander tabblad de methode nederlands



timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Afspraken

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Herhaling pers. / bez. vnw
2. Herhaling werkwoorden / meervoud
3. Spelling blok 4: apostrof
    - Uitleg + oefenen LessonUp
    - Oefenen in methode

Doel: 
- Na deze les hebben de vorige twee lessen herhaald.
- Na deze les hebben we geoefend met de apostrof.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Mijn moeder loopt naar school.

Slide 4 - Question ouverte

Zie je in deze zin een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?

Ik vroeg of ik jouw huiswerk mocht zien.
A
Bezittelijk
B
Persoonlijk
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 5 - Quiz

Ik ben snel naar school .......
(rennen)

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van taxi?

Slide 7 - Question ouverte

De apostrof
De apostrof is een komma in een woord, zoals in vmbo'er.
 
Wanneer schrijf je een apostrof?

1.  Bij het meervoud van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. Je zou het woord anders verkeerd uitspreken. (hebben we gisteren gehad!!!)

voorbeeld: ski's, baby's, foto's, pizza's, menu's






Slide 8 - Diapositive

Goed of fout?

hobby'tje
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De apostrof
2.  Een bezit, het is van iemand.
Alleen als de naam eindigt op een klinker!! (a, o, u, i, y, e,)

Bijvoorbeeld: Anja's tablet, Ivo's jas, (maar Kevins jas, Peters computer)

Let op: eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alléén een apostrof.
Felix' vrienden (de vrienden van Felix)                  en dus niet Felix's vrienden
Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas)     en dus niet: Bas's voetbalteam






Slide 10 - Diapositive

Goed of fout?

Jan's voetbalteam
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

De apostrof
3. Bij verkleinwoorden die eindigen op y.
Bijvoorbeeld: baby'tje, pony'tje

4. Na cijfers (A4'tje) en bij woorden/afkortingen als VMBO'er en BN'er, ook als die woorden in het meervoud staan.

Bijvoorbeeld:, cd's




Slide 12 - Diapositive

Goed of fout?

vmbo-'er
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Hoe typ je de apostrof?
Type een woord.
Typ daarna de 'hoge komma'
Typ een spatie. 
Typ daarna de rest van het woord.

Slide 14 - Diapositive

Goed of fout?

telefoon'tje
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?

hobby'tje
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Goed of fout?

dvd's
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Goed of fout?

foto's
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Nederlands methode, blok 4
Spelling: Opdr 4.10
Klaar? Afmaken 4.9 en 4.13
Ook af? Afmaken grammatica blok 4!

Slide 19 - Diapositive