3VWO - Grammatica - HST3

HST 3
  • Beknopte bijzinnen
  • Woordsoort van 'wat'
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

HST 3
  • Beknopte bijzinnen
  • Woordsoort van 'wat'

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 2 - Diapositive

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 3 - Diapositive

Theorie - deel 2
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 4 - Diapositive

Theorie - deel 3 - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 5 - Diapositive

Theorie - deel 4
Beknopte bijzinnen zijn net als gewone bijzinnen binnen de hoofdzin een zinsdeel (onderwerp, lijdend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling) of een zinsdeelstuk (bijvoeglijke bepaling):
– [​ bekn.bz K3 live te zien (ow)] is voor veel kinderen een geweldige belevenis.
– De burgemeester gaf toe [​ bekn.bz niet van erwtensoep te houden (lv)].
– Wij vertrouwen erop [​ bekn.bz genoeg drank en hapjes te hebben gekocht (vv)].
– ​[ bekn.bz Nippend van hun hete thee (bwb)] bespraken de dames het mooie weer.
– De leden verwierpen ons plan [​ bekn.bz (om) de kantine te verbouwen (bijv.bep)].

Slide 6 - Diapositive

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 7 - Quiz

Heeft Aline je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 8 - Quiz

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quiz

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quiz

De hopman waarschuwde zijn scouts op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 11 - Quiz

Samenvattend
Drie soorten beknopte bijzinnen
1.  met een voltooid deelwoord
2. met een onvoltooid deelwoord
3. Met te + infinitief

Slide 12 - Diapositive

Voltooid deelwoord
[Na schipbreuk op het eiland aangespoeld] werd Robinson gevonden door een inboorling.


Slide 13 - Diapositive

onvoltooid deelwoord
[Zwervend door Spanje], ontmoette Bart zijn grote liefde.



Slide 14 - Diapositive

te + infinitief
[Door veel te oefenen], haalde Marijke  een geweldig cijfer.


Slide 15 - Diapositive

Woordsoort van 'wat'
Vragend voornaamwoord (vr.vnw), aan het begin van een vragende zin:
    – Wat hebben jullie in de vakantie zoal gedaan, jongens en meisjes?
Betrekkelijk voornaamwoord (betr.vnw), als het terugwijst naar iets wat eerder genoemd is:
    – Tegenwoordig kun je bijna alles wat je niet weet, op internet vinden.
    Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (betr.vnw m.i.a.), als je het kunt vervangen door datgene wat:
    – Wat Liliane je vandaag over mij verteld heeft, moet je niet geloven, hoor.
Onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) met betekenis iets:
    – Heb je nog wat (= iets) moois gekocht toen je in Zuid-Afrika was?
Onbepaald hoofdtelwoord (onbep.hoofdtelw) met betekenis een beetje:
    – Vraag Ellen even of ze wat melk voor ons heeft.

Slide 16 - Diapositive