3.5 Het klimaat in Nederland

3.5 Het klimaat     in Nederland
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

3.5 Het klimaat     in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet dat land en zee het klimaat beïnvloeden.
  • Je begrijpt waardoor Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
  • Je kunt verklaren waarom het in de zomer in Nederland koeler is dan in Berlijn en in de winter warmer. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstromen
Neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 3 - Question de remorquage

nu kun je je kennis testen. 
Juist of onjuist: Koude lucht kan minder vocht bevatten.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een stijgingsregen? Leg uit.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdampen
Condenseren
Stollen
Smelten
Van water naar waterdamp
Van waterdamp naar water
Van water naar ijs
Van ijs naar water

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantekening
Schrijf mee wat de invloed van de windrichtingen op het weer is. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'overheersend' als we het over overheersende wind hebben?
A
komt weinig voor
B
komt het meest voor
C
komt niet voor
D
komt alleen maar voor

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'aanlandige wind'?
A
Wind vanuit het noorden
B
Wind uit het zuiden
C
Wind die vanaf zee waait
D
Frontale regen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er een aflandige wind staat in de zomer is het...?
A
kouder
B
warmer
C
hetzelfde als altijd
D
natter

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunnen de gevolgen zijn van klimaatverandering in Nederland?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor is het in de zomer in Berlijn warmer dan in Nederland?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
H3.4 
Sta je hoger dan een 7? 
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions