Aftrekken met decimale getallen

Noem voorbeelden van sommen waarbij je 2 getallen van elkaar moet aftrekken
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Noem voorbeelden van sommen waarbij je 2 getallen van elkaar moet aftrekken

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Vidéo

Schat op tientallen 5643,89
A
5600
B
5650
C
5644
D
5640

Slide 3 - Quiz

Sinterklaas heeft 840,23 euro gespaard en koopt voor 658,21 aan speelgoed. Hoeveel euro houdt de Sint over?

A
Zwarte Piet
B
192,02
C
182,02
D
282,02

Slide 4 - Quiz

Je kunt bij decimale getallen ook zonder de komma rekenen en deze later terugzetten
Nee
Ja

Slide 5 - Sondage

863 - 278 + 53

Stap 1 is ?
A
Schatten op honderdtallen
B
Schatten op tientallen

Slide 6 - Quiz

863 - 278 + 53

Stap 2 is ?
A
Eerst de min som
B
Eerst de optelsom

Slide 7 - Quiz

863 - 278 + 53

Geschat is het antwoord
A
630
B
720
C
620
D
640

Slide 8 - Quiz

8,63 - 2,78 + 5,3

Het berekende antwoord is
A
6,39
B
6,36
C
7,38
D
6,38

Slide 9 - Quiz

Het kleinste getal staat boven bij een min som
Ja
Nee

Slide 10 - Sondage

het aantal decimalen in het getal
6,3333
A
3
B
6
C
4
D
3333

Slide 11 - Quiz

Wat is lenen bij een aftrek som?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

76,45 - 67,591 =
A
9,859
B
6,859
C
8,859
D
8,854

Slide 14 - Quiz

Aftrekken doe je van links naar rechts?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Nu kan ik goed aftrekken met komma getallen
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage