Hoofdstuk 05 - Sabien en Daan

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 4 - Lawaai

Lezen

Lees de tekst.

Ken je een woord niet? Zoek het op!

Zoek niet de hele zin op!

Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.

Schrijf nieuwe woorden op! 

Lees de tekst

Het is zaterdag. Paul en Paula hebben vandaag een afspraak met de buurvrouw. Ze komt om tien uur koffiedrinken. 

Precies om tien uur gaat de bel. 'De buurvrouw is een vrouw van de tijd!' lacht Paul. Hij doet de deur open. 'Hoi,' zegt hij, 'ik ben Paul. Welkom!'

'Hoi', zegt de buurvrouw, 'ik ben Sabien. En dit is mijn zoontje Daan.'

'Hallo Daan,' zegt Paul, 'ben je niet meer ziek?'

Daan geeft geen antwoord. Hij kijkt met grote ogen naar Paul. 

Paul zegt 'de buurvrouw is een vrouw van de tijd'. Wat betekent dat?

1. Ze werkt voor de tijd
2. Ze heeft een mooi horloge
3. Ze is precies op tijd
4. Ze houdt van klokken

Sabien komt alleen langs

1. waar
2. niet waar

Waarom geeft Daan geen antwoord?

1. Hij kan nog niet praten
2. Hij is een beetje verlegen
3. Hij spreekt geen Nederlands

Lees de tekst

Paula en Sabien gaan in de woonkamer op de bank zitten. 'Mooie oranje bank!' zegt Sabien. Paula lacht. 'Paul houdt van oranje,' zegt ze. Paul komt uit de keuken met koffie en koekjes. 'Dat is waar!' lacht hij. 'Oranje is mooier dan alle andere kleuren!' Paula en Sabien lachen. 

Paul geeft Paula en Sabien een koekje bij de koffie. En kleine Daan krijgt twee koekjes. En Paul neemt zelf drie koekjes. 'Hoe oud ben jij, Daan?' vraagt Paula. Daan praat heel zacht. 'Vier,' zegt hij. En hij doet vier kleine koekvingertjes omhoog. 

Paul vindt Oranje de mooiste kleur die er is.

1. waar
2. niet waar

Wie krijgt de meeste koekjes?

Daan steekt 'koekvingertjes' op. Wat zijn koekvingertjes?

1. Kleine vingers waar koek aan zit
2. Koekjes die op vingers lijken
3. Kleine vingers

Lees de tekst

'Daan krijgt over een paar maanden een broertje,' vertelt Sabien. 'Ik ben zwanger.' 'O, wat leuk, gefeliciteerd!' zegt Paul. 'Ja, gefelticiteerd... Nee, gefeliciteerd!' zegt Paula. 'Ik vind dat een moeilijk woord.' Paul en Sabien lachen. 'Uit welk land kom jij?' vraagt Sabien. 'Uit Spanje,' zegt Paula. 'Spanje is mooier dan alle andere landen!' Sabien lacht. 'Je hebt gelijk,' zegt ze, 'het is een heel mooi land. Ik ga vaak op vakantie naar Spanje.' Paul, Paula en Sabien kletsen gezellig nog een tijdje. Dan vraagt kleine Daan: 'Wanneer gaan we weer naar huis?' Sabien lacht. Ze gaat staan en neemt haar zoontje op de arm. 'Hartelijk bedankt voor de koffie,' zegt ze. 'En... volgende week zaterdag vier ik mijn verjaardag. Komen jullie ook?'

Sabien is zwanger. Krijgt ze een zoon of een dochter?

1. Een zoon
2. Een dochter
3. Dat staat niet in de tekst

Sabien kent Spanje goed

1. waar
2. niet waar

Daan wil graag naar huis

1. waar
2. niet waar

Sabien nodigt Paul en Paula uit voor ...

1. Een feest
2. Haar verjaardag
3. De verjaardag van Daan
4. Een kopje koffie