Renaissance

Renaissance 
Een korte terugblik tot nu toe.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Renaissance 
Een korte terugblik tot nu toe.

Slide 1 - Diapositive

Wanneer was de Renaissance?
A
1300-1500
B
1600-1800
C
1500-1700
D
1400-1600

Slide 2 - Quiz

Wanneer was de Gouden Eeuw?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 3 - Quiz

De Renaissance
  • verwijst naar de wedergeboorte van de mens, die uit de duistere middeleeuwen was ontwaakt, en naar de hernieuwde belangstelling voor de Klassieke Oudheid.
  • ontstond in Italië begin 14e eeuw.
  • De Renaissance krijgt in Nederland vanaf 1550 vorm dankzij de humanisten (kritisch denkende mensen) zoals Erasmus.
  • Visie: 'de mens staat centraal' (i.p.v. God staat centraal).
  • Vijf wetenschappen waarin onderwezen diende te worden: grammatica, retorica (welsprekendheid/argumenteren), poëzie, geschiedenis en ethiek (leer van wat goed en kwaad is). 

Slide 4 - Diapositive

literatuur
  • toneel in opkomst
  • ter lering en vermaak (wat is het verschil tussen blijspel en klucht?)
  • rederijkerskamers
  • translatio-imitatio-aemulatio ->

Slide 5 - Diapositive

Bredero (1585-1618)
Hooft  (1581-1647)

Slide 6 - Diapositive

Classicisme
Translatio (vertalen van klassieke teksten)
- beginnend schrijver
- vertaling van klassieke teksten
Imitatio (navolgen)
- gevorderd schrijver
- een eigen stuk volgens klassiek stramien
Aemulatio (overtreffen) --> meeste waardering
- de ware meester
- toevoeging van christelijke elementen

Slide 7 - Diapositive

Aan welke eisen moest literatuur voldoen? Kies twee antwoorden.
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 8 - Quiz

Het zelfstandig navolgen van de klassieke schrijvers heet:
A
translatio
B
imitatio
C
aemulatio

Slide 9 - Quiz

Middeleeuwen

  1. memento mori
  2. één katholieke kerk
  3. kunst en wetenschap gericht op godsdienst (kerken, literatuur)
    , anonieme kunstenaars 
  4. godsgericht
  5. bestuderen van eerdere geschriften
  6. mens is anoniem onderdeel
Renaissance

  1. carpe diem
  2. geloofsstrijd
  3. wedergeboorte van de klassieke kunsten, bloei van de kunsten en wetenschap 
  4. secularisatie
  5. empirisch onderzoek 

  6. de mens is uniek individu

Slide 10 - Diapositive

het Wilhelmus
- Waarom het Wilhelmus werd geschreven en welk lied was aanvankelijk het Nederlandse volkslied?
- Welke coupletten worden als de belangrijkste beschouwd en waarom?
- Waarom weten we niet wie de auteur is?
- Welke stijlfiguur bevat het Wilhelmus?



Slide 11 - Diapositive