Hst 35 Samengestelde zinnen Deel 1

Hst 35 
Vandaag: hst 35 samengestelde zinnen en voegwoorden (blz. 142) Onderdeel van grammatica 

In deze les leer je wat je hoofd- en bijzinnen zijn en hoe je ze herkent. 

Ook leer je wat nevenschikkend en onderschikkend betekent 




1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hst 35 
Vandaag: hst 35 samengestelde zinnen en voegwoorden (blz. 142) Onderdeel van grammatica 

In deze les leer je wat je hoofd- en bijzinnen zijn en hoe je ze herkent. 

Ook leer je wat nevenschikkend en onderschikkend betekent 




Slide 1 - Diapositive

Welke soorten grammatica ken je ook weer?

Slide 2 - Question ouverte

Welke vraag kun je bij woord benoemen krijgen?
A
Zoek de persoonsvorm
B
Hoe vind je het lv in een zin?
C
Benoem het naamwoordelijk gezegde
D
Wat is een voornaamwoord?

Slide 3 - Quiz

Welke vraag kun je bij zinsontleden (ook wel redekundig ontleden) krijgen?
A
Zoek de persoonsvorm
B
Zoek de bijvoeglijk naamwoorden
C
Is het een sterk of zwak werkwoord
D
Wat is een voornaamwoord?

Slide 4 - Quiz

Onderdeel van redekundig ontleden ofwel zinsdelen benoemen

Slide 5 - Diapositive

Is dit één zin of twee?
De man die daar in zijn eentje liep, doet heel erg raar. 

Slide 6 - Diapositive

Je kunt ook zeggen 
De man doet heel erg raar. 

Slide 7 - Diapositive

Maar het is één zin
Die is samengesteld uit twee zinnen, net als

"De Minister houdt een persconferentie voor journalisten en vertelt dat het Kabinet opnieuw versoepelingen uitstel" 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Onthoud 
Je neef is op jouw niveau qua generatie

Dus 'nevenschikkend' betekent beide zelfde niveau, beide hoofdzinnen 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Let op:
Je kunt ook zinnen met drie (of zelfs meer) zinnen hebben.

Iedere zin is een soort bouwsteen voor de totale zin.  

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Oefenen 
Pak je boek, vraag 1 blz. 143

Zoek in de zinnen de persoonsvorm
Schrijf op of het een enkelvoudige of een samengestelde zin is

Slide 18 - Diapositive

Persoonsvorm
  • Is altijd een werkwoord
  • In elke zin staat een persoonsvorm
  • Je vindt de persoonsvorm door de tijd- of de getalproef  ( of door de zin vragend te maken)

Slide 19 - Diapositive

Oefenen  = vraag 2 
Kijk naar de zin,  en zet antwoord in de chat. Geef aan per zin of er sprake is van HZ-HZ (hoofdschikking) of HZ-BZ of BZ-HZ (nevenschikking)
1. De piloot van de airbus meldde de luchtverkeersleider dat het vliegtuig door een zwerm vogels was gevlogen. 
2. Doordat beide motoren waren uitgevallen moest het vliegtuig een noodlanding maken op de rivier. 
3. De misstanden waren al jaren bekend, maar sancties volgden pas nu. 
4.  57% van de ondervraagden weet niet of sociale media te vertrouwen zijn. 
5. Adviseert u over dierproeven of schrijft u alleen rapporten? 

Slide 20 - Diapositive

Oefenen (maak aantekeningen!)
1. De piloot van de airbus meldde de luchtverkeersleider dat het vliegtuig door een zwerm vogels was gevlogen. HZ-BZ onderschikking
2. Doordat beide motoren waren uitgevallen moest het vliegtuig een noodlanding maken op de rivier. BZ-HZ onderschikking
3. De misstanden waren al jaren bekend, maar sancties volgden pas nu. HZ-HZ nevenschikking 
4.  57% van de ondervraagden weet niet of sociale media te vertrouwen zijn. HZ-BZ onderschikking 
5. Adviseert u over dierproeven of schrijft u alleen rapporten? HZ-HZ neven-

Slide 21 - Diapositive