2HA les 2

Transport
2HA les 2
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Transport
2HA les 2

Slide 1 - Diapositive

Toets bespreken
1. Luister naar de goede antwoorden
2. Tel de punten na (vwo 17,5 punt = 5,5)
3. Is het goed nagekeken? Niet? Wacht tot de docent langs komt.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Rood afgebeeld bloed in een tekening is zuurstofrijk bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 5 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt ervoor dat er zuurstof wordt vervoerd?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 6 - Quiz

Welk bestanddeel van bloed zorgt voor bescherming tegen ziekteverwekkers?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
Lesdoel:
  • Je kunt uitleggen hoe bloed door de bloedsomloop stroomt.

Slide 8 - Diapositive

De bloedsomloop
De weg hoe het bloed door het lichaam stroomt.
  

2 bloedsomlopen:
- Kleine bloedsomloop
- Grote bloedsomloop

Slide 9 - Diapositive

3 type bloedvaten
1 = Slagaders

2 = Haarvaten

3 = Aders

Slide 10 - Diapositive

Het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 11 - Diapositive

Doorsnede van het hart
Het hart is verdeeld in 4 ruimtes:

- rechterboezem
- rechterkamer
- linkerboezem
- linkerkamer

Slide 12 - Diapositive


P= linkerboezem
Q = rechterboezem

R=linkerkamer
S= rechterkamer

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 16 - Quiz


Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
alleen in slagaders

Slide 18 - Quiz

Slagaders
Aders
1. Het bloed stroomt
2. De bloeddruk is 
3. De wand is
4. De 'slag' is
5. Ze liggen meestal
6. Kleppen zijn
Slagaders of aders?

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Merkbaar
Laag
Dunner
Aanwezig
Hoog
Naar het hart toe
Dik, stevig en elastisch
Dieper in het lichaam
Niet aanwezig
Niet merkbaar
Van het hart weg
Minder diep in het lichaam

Slide 19 - Question de remorquage

Gaan aderen naar het hart toe of van het hart af?
A
Naar het hart toe
B
Van het hart af

Slide 20 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 21 - Quiz

In welk deel van het hart, stroomt zuurstofrijk bloed het hart in?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 22 - Quiz

Huiswerk vrijdag 6 december
Maken opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9 van 3.2

Slide 23 - Diapositive