Blok 3 Week 2

English
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

To Do:
Check Answers 4E & 4F
Chapter 4G: Reading
Chapter 4I: Grammar


Slide 2 - Diapositive

Aims
- Je kunt de betekenis van woorden in een tekst raden.
- Je kunt de toekomende tijd in het Engels herkennen en gebruiken.
- Je kunt een artikel in het Engels lezen.

Slide 3 - Diapositive

In the city 

Slide 4 - Diapositive

4I: Writing & Grammar p. 42
What will life be like in 100 years' time?

What are you going to do next weekend?


Slide 5 - Diapositive

5E: Grammar p. 35
Present  Simple
be going to
will 
toekomende tijd bij:
-vaste schema's
toekomende tijd:
- als iemand iets van plan is.
-voorspellingen doen met bewijs

toekomende tijd:
-voorspellingen doen zonder bewijs.
-iets aanbieden of beloven
Vorm:
hele werkwoord gebruiken
he/she/it > werkwoord+s
Vorm:
am / is / are going to + werkwoord
Vorm:
will + werkwoord ('ll + werkwoord)
The bus leaves at six o'clock.
The train departs from platform 4.
The film starts in ten minutes.
- I am going to visit Perth.
-Look at those clouds. It is going to rain.
-We are going to watch a film tonight.
- I think we will eat soup tonight.
- I will do my homework.
-She will help you move next week.

Slide 6 - Diapositive

Grammar: Check
Vul een vorm van de toekomende tijd in. Gebruik de present simple, be going to en will.
1. The bus __________ (leave) in ten minutes.
2. I ______________ ( be) home late.
3.He _________________ (visit) a friend.
4. Tom ______________ (become) famous one day.
5. The train ___________ (depart) from platform 9.
6.  There is a traffic jam! Now I _________________ (be) late.


timer
4:00

Slide 7 - Diapositive

4I: Grammar p.42
Wat:
Exercise 55a/b/c: lees de e-mail en beantwoord de vragen.
Exercise 56: gebruik de present simple (future) om zinnen te maken.
Exercise 57: vul de woorden tussen haakjes in de present simple (future) in.
Exercise 58a: maak zinnen in de toekomende tijd. Gebruik de present simple, be going to en will.
Exericse 59: kijk naar het schema van Caspar en schrijf op wat Caspar gaat doen. Gebruik will en be going to.
Hoe: 55 klassikaal , 56=59fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden in een komende les nakijken.

Slide 8 - Diapositive

4G: Reading p. 34
Leesstrategie: woorden raden (false friends)

Twee woorden uit verschillende talen die op elkaar lijken, maar niet hetzelfde betekenen!

fabric > fabriek
will > willen


Slide 9 - Diapositive

4G: Reading p. 34
Wat:
Exercise 43: beantwoord vraag 1 en 2 in het Nederlands.
Exercise 44b: schrijf de juiste Nederlandse vertalingen op.
Exercise 44c: lees de tekst op p. 35. Welke woorden uit opdracht 44b ben je tegengekomen in de tekst?
Exercise 44d: beantwoord de vragen in het Nederlands.
Exercise 45: schrijf de voordelen van online shoppen op die in alinea 2 en 3 worden benoemd.
Exercise 46: vul de Engelse vertalingen in de puzzel in.
Exercise 47: vul de vragenlijst in.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden volgende week nakijken.

Slide 10 - Diapositive

Handelingsdeel Engels 
Periode 3 : 1 film kijken (in de klas) + filmreport schrijven

Periode 3: 5 artikelen lezen + moeilijke woorden noteren

Periode 4: 1 Engelstalig boek lezen + bookreport schrijven

Slide 11 - Diapositive

Handelingsdeel Engels
- Eén document voor alle onderdelen

- OneDrive



Slide 12 - Diapositive

Handelingsdeel: Artikelen lezen
Je leest 5 artikelen die door de docent worden geleverd. 

In elk artikel zoek je 10 woorden op die je niet weet of waarvan je weet dat het lastige woorden zijn. In het schema schrijf je de zin op waar het woord in staat en maakt het woord waar het om gaat vetgedrukt. In de laatste kolom schrijf je de vertaling van het woord, je gebruikt hiervoor de vertaling uit het woordenboek die in de zin past. Daarna schrijf je in je eigen woorden op waar het artikel over gaat. 

Slide 13 - Diapositive

Handelingsdeel: Artikelen lezen

Slide 14 - Diapositive