Blok 3 Week 2

English
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

To Do:
Check Answers 4E & 4F
Chapter 4G: Reading
Chapter 4I: Grammar


Slide 2 - Diapositive

Aims
- Je herkent de structuur in een tekst.
- Je kunt de toekomende tijd in het Engels herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

In the city 

Slide 4 - Diapositive

4I: Writing & Grammar p. 42
What will life be like in 100 years' time?

What are you going to do next weekend?


Slide 5 - Diapositive

5E: Grammar p. 35
Present  Simple
be going to
will 
toekomende tijd bij:
-vaste schema's
toekomende tijd:
- als iemand iets van plan is.
-voorspellingen doen met bewijs

toekomende tijd:
-voorspellingen doen zonder bewijs.
-iets aanbieden of beloven
Vorm:
hele werkwoord gebruiken
he/she/it > werkwoord+s
Vorm:
am / is / are going to + werkwoord
Vorm:
will + werkwoord ('ll + werkwoord)
The bus leaves at six o'clock.
The train departs from platform 4.
The film starts in ten minutes.
- I am going to visit Perth.
-Look at those clouds. It is going to rain.
-We are going to watch a film tonight.
- I think we will eat soup tonight.
- I will do my homework.
-She will help you move next week.
-We'll save some chocolate for later.

Slide 6 - Diapositive

Grammar: Check
Vul een vorm van de toekomende tijd in. Gebruik de present simple, be going to en will.
1. The bus __________ (leave) in ten minutes.
2. I ______________ ( be) home late.
3.He _________________ (visit) a friend.
4. Tom ______________ (become) famous one day.
5. The train ___________ (depart) from platform 9.
6.  There is a traffic jam! Now I _________________ (be) late.


Slide 7 - Diapositive

4I: Grammar p.42-45
Wat:
Exercise 52: beantwoord de vragen.
Exercise 53: vul de present simple future -vorm van de woorden in.  
Exercise 54b: wie gaat wat doen? Bekijk de afbeeldingen en trek lijnen tussen de woorden.
Exercise 54c: maak de berichten af. Gebruik be going to.
Exericse 55: lees de tip en onderstreep het correcte woord in de zinnen.
Exercise 56a: geef aan waarom de toekomende tijd wordt gebruikt. Trek lijnen.
Exercise 56b: vul de correcte toekomende tijd in ( present simple, be going to, will) en leg uit waarom je die vorm gebruikt.
Exercise 57: vul de eerste en laatste zin van de social media posts.
Hoe: 52 klassikaal , 53-57 fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Slide 8 - Diapositive

4G: Reading p. 34
Structuur van een tekst

Inleiding > introduction  (eerste alinea) 

Kern > body ( meerdere alinea's, elke alinea heeft een eigen onderwerp)

conclusie> conclusion ( vaak laatste alinea)

Slide 9 - Diapositive

4G: Reading p. 34-37
Wat:
Exercise 41:  wat beïnvloed jouw koopgedrag? Nummer de factoren van 1 t/m 6.
Exercise 42b: lees de tekst en beantwoord de vragen over de tekst.
Exercise 44: schrijf de Nederlandse vertalingen op.
Exercise 45: beantwoord de vragen in het Engels. Schrijf een antwoord van 25 woorden.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden de volgende les nakijken.

Slide 10 - Diapositive