§4.8 - Hv1 - Grammatica woordsoorten

§4.8 Grammatica woordsoorten
Hv1 - 11 maart
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§4.8 Grammatica woordsoorten
Hv1 - 11 maart

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Aan het eind van de les ken je de woordsoorten voegwoord (vw), persoonlijk voornaamwoord (psv) en bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 2 - Diapositive

Even herhalen: welke werkwoordsoorten bespraken we de vorige les?

Slide 3 - Question ouverte

Wie weet het antwoord op deze vragen?


1.  is een hoofdzin?
2. Wat is een bijzin?

Slide 4 - Diapositive

Voegwoord (vw)
Een voegwoord voegt twee zinnen of zinsdelen samen.
Een voegwoord kan staan tussen:
- twee zinsdelen; Hebben jullie een kat en een hond?
- twee hoofdzinnen; Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, maar voor Engels heb ik niets.
- Een hoofd- en en bijzin: Ik ga meteen beginnen, omdat ik veel huiswerk heb.

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord (psv)
… verwijst meestal naar één of meer personen.
… staat vaak in de plaats van een zn

Mo kan geweldig gamen. Hij is heel handig in spelletje.

Slide 6 - Diapositive

Onderwerps- en voorwerpsvorm

Slide 7 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)
… geeft aan van wie iets is.


Het is mijn tas.


Let op:
Die tas is van mij. > mij = psv

Slide 8 - Diapositive

Quizje!
Bij de volgende zin wordt steeds een woord aangewezen, welke woordsoort hoort erbij? Je hebt steeds 20 sec. om te antwoorden!

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij bezig was met zijn huiswerk.

Slide 9 - Diapositive

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 10 - Quiz

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 11 - Quiz

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 12 - Quiz

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 13 - Quiz

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 14 - Quiz

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 15 - Quiz

Verwerken
Maak de opdrachten van §4.8 uit Magister.me
(opd. 4, 6, 7, 9 en 11)

Slide 16 - Diapositive