2.16 gesprekken

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.16 Gesprekken
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.16 Gesprekken
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Open je boek op bladzijde 88.

Huiswerk controle.

Slide 2 - Diapositive

2. Terugblik
Wat moet er altijd in een zin staan als je een tekst schrijft?

Welke doelen kun je hebben om naar een programma te kijken?

Slide 3 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het eind van de les weet je:
- Wat informele gesprekken zijn
- Wat formele gesprekken zijn

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van formele gesprekken?
A
Je spreekt met je beste vriend(in) over die leuke nieuwe klasgenoot.
B
Je spreekt met de afdelingsleider over je werkhouding
C
Je spreekt met je ouders over je laatste rapport
D
Je spreekt met de wethouder over je idee voor een hangplek in jouw wijk.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Lien

Geachte mevrouw, wilt u deze brief spoedig beantwoorden
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

He Karel, ga je naar de winkel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Ik zou u zeer erkentelijk zien voor het gebruik van de auto
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quiz

Met vriendelijke groet
A
Formeel
B
Informeel

Slide 10 - Quiz

Spreek je later jongen
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Kun je het anders zeggen? Zet deze zinnen in informeel taalgebruik om naar formeel taalgebruik:
Hoe vind je me nieuwe schoenen?

Slide 12 - Question ouverte

Kun je het anders zeggen? Zet deze zinnen in informeel taalgebruik om naar formeel taalgebruik:
Kirsten is mijn BFF.

Slide 13 - Question ouverte

Kun je het anders zeggen? Zet deze zinnen in formeel taalgebruik om naar informeel taalgebruik:
Kunt u mij even excuseren?

Slide 14 - Question ouverte

Kun je het anders zeggen? Zet deze zinnen in formeel taalgebruik om naar informeel taalgebruik:
Kan ik u verblijden met een kop koffie?

Slide 15 - Question ouverte

6. Zelfstandig werken
We gaan nu Boggle spelen, maar hoe werkt dat??







Slide 16 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Ik deel zo de blaadjes uit.
Op mijn teken mag je het blad omdraaien en beginnen.

Wie vindt de meest woorden?

Je hebt 4 minuten de tijd!
timer
4:00

Slide 17 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Wat is het verschil tussen formeel en informeel?

Heb je nog vragen voor de toets?


Slide 18 - Diapositive