3.8 hij zegt

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblikken op zinnen de beginnen met als of omdat.
  • Nieuwe grammatica leren en oefenen:                                                   hij zegt dat ... - hij vraagt of ...
  • Een spreekopdracht in kleine groepjes om te oefenen met                                      hij zegt dat ... - hij vraagt of ...
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOMiddelbare schoolLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblikken op zinnen de beginnen met als of omdat.
  • Nieuwe grammatica leren en oefenen:                                                   hij zegt dat ... - hij vraagt of ...
  • Een spreekopdracht in kleine groepjes om te oefenen met                                      hij zegt dat ... - hij vraagt of ...

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen, na de les van vandaag
  • Kunnen jullie vertellen wat iemand zegt of vraagt.
  • Hebben jullie geoefend met het maken van zinnen met             hij zegt dat ... -  hij vraagt of...
  • Weten jullie dat een zin met hij zegt dat ... - hij vraagt of ...   op dezelfde manier verandert als bij omdat en als.

Slide 2 - Diapositive

Mopje

Een meisje schrijft een briefje aan haar oma.
Ze schrijft: 

Lieve Oma,
ik schrijf heel langzaam,
omdat u niet meer zo snel kunt lezen.

Slide 3 - Diapositive

Wat zie je aan deze lange zin?
Hij bestaat uit 2 zinnen:
Ik schrijf langzaam.       en       U kunt niet meer zo snel lezen.
Ik schrijf langzaam, omdat     u niet meer zo snel kunt lezen.

Na omdat verandert de zin: wie/wat  staat vooraan en het werkwoord komt achteraan in de zin.
Dat gebeurt ook bij als . Kijk maar:
Hij gaat zijn rijbewijs halen, als  hij   18 jaar   is.

Slide 4 - Diapositive

Toms droom

Tom kan heel goed voetballen. Zijn vriend zegt dat hij de beste van hun team is. Hij denkt dat Tom na de zomervakantie in het eerste team gaat spelen.  
Op een woensdagmiddag staat de trainer van het eerste bij de kleedkamer te wachten. Hij vraagt Tom of hij wel eens over een voetbalcarrière droomt...

Slide 5 - Diapositive

Wat valt je op? Let op de werkwoorden
  • Zijn vriend zegt dat      hij de beste van hun team is.
  • Hij denkt dat      Tom in het eerste team gaat spelen.
  • De trainer vraagt of      Tom wel eens over en voetbalcarrière droomt.

Waar staan de werkwoorden
Waar staat de wie/wat?

Slide 6 - Diapositive

Waar staan de werkwoorden?
Zijn vriend zegt dat     hij   de beste van hun team   is.
Hij denkt dat     Tom   in het eerste team   gaat spelen.
De trainer vraagt of    Tom   wel eens over en voetbalcarrière droomt
Dus... waar staan de werkwoorden na   - hij zegt dat ....
                                                                                 - hij denkt dat ....
                                                                                 - hij vraagt of ....

Slide 7 - Diapositive

3.8 Hij zegt dat... - Hij vraagt of ...
opdr. 70: Video

Slide 8 - Diapositive





links
hij denkt / hij zegt:
De les is vervelend.
........
........




rechts
Hij vraagt:
Is het bijna pauze?
.......
.......
Met of vertel je wat iemand vraagt.
Met dat vertel je wat iemand zegt of denkt.

Verdeel je tafel in twee helften en leg de kaartjes waar ze horen.

Slide 9 - Diapositive

Maak nu samen goede zinnen met de strookjes

Let op!!! De zin verandert!!!


bijvoorbeeld:         Hij zegt:           De les is vervelend.
                                     Hij zegt dat    de les vervelend is.

                                     Hij vraagt:        Is het bijna pauze?
                                     Hij vraagt of    het bijna pauze is.


Slide 10 - Diapositive

Spreekopdracht

Slide 11 - Diapositive

Spreekopdracht:
Praat samen. **
Cursist A: stel een vraag aan cursist B.
Cursist B: geef antwoord.
Cursist C: herhaal het antwoord van cursist B met de zin Hij / Zij zegt dat ... .
Klaar? Dan stelt cursist B een vraag aan cursist C en herhaalt cursist A het antwoord.
Voorbeeld
Cursist A: Waar kom je vandaan?
Cursist B: Ik kom uit Nepal.
Cursist C: Hij zegt dat hij uit Nepal komt.

Spreek met 3 cursisten:
  • Cursist A: stel een vraag aan cursist B.
  • Cursist B: geef antwoord.
  • Cursist C: herhaal het antwoord van cursist B met de zin: Hij zegt dat ... of Zij zegt dat ...

Voorbeeld
Cursist A: Waar kom je vandaan?
Cursist B: Ik kom uit Nepal.
Cursist C: Hij zegt dat hij uit Nepal komt.

Slide 12 - Diapositive

Dit waren de lesdoelen van vandaag:
  • Kunnen jullie vertellen wat iemand zegt of vraagt.
  • Hebben jullie geoefend met het maken van zinnen met             hij zegt dat ... -  hij vraagt of...
  • Weten jullie dat een zin met hij zegt dat ... - hij vraagt of ...   op dezelfde manier verandert als bij omdat en als.

Slide 13 - Diapositive

Goed of fout
Mijn zoon vraagt dat we morgen naar het zwembad gaan.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

"Ben je je telefoon verloren?"

Ralf ..... .... ik mijn telefoon verloren ben.
A
zegt of
B
vraagt dat
C
vraagt of

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?
Hij zegt dat hij komt uit Italië.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Hij zegt dat hij komt uit Italië.
Na hij zegt dat- komt eerst wie/wat  en het werkwoord moet achteraan.

Het moet dus zijn:    Hij zegt dat   hij   uit Italië   komt.

Slide 17 - Diapositive

Welke zin is goed?

Hij zegt dat .........

A
hij regelen gaat de kaartjes
B
hij gaat de kaartjes regelen
C
hij de kaartjes gaat regelen

Slide 18 - Quiz

Maak de zin af
Ik maak me zorgen over mijn opa, ik denk dat ..... (hij is eenzaam)

Slide 19 - Question ouverte

Maak af
De docent vraagt of ........
(we begrijpen de opdracht)

Slide 20 - Question ouverte

De docent vraagt of we de opdracht begrijpen.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk voor volgende week woensdag
        

  • Het werkblad Hij zegt dat ... - hij vraagt of... -> Invullen.
  • In het boek: - Opdr. 74 maken (blz 126)
                                 - Computeropdrachten bij Th 3.8

Slide 22 - Diapositive

Hoe vonden jullie deze les?
Wat had ik beter anders kunnen doen?

Slide 23 - Sondage

Dankjewel en
Tot volgende
week!!!

Slide 24 - Diapositive