Les 8. Laxantia en diuretica

8. Laxantia en diuretica

Doktersassistenten
Farmacologie
Leerjaar 3, periode 2
J. Witte, MEd


1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8. Laxantia en diuretica

Doktersassistenten
Farmacologie
Leerjaar 3, periode 2
J. Witte, MEd


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe obstipatie kan ontstaan en hoe dat medicamenteus en niet-medicamenteus behandeld kan worden.
2. Ik kan informatie opzoeken in het FK over laxantia en diuretica. Deze informatie kan ik selecteren op relevantie voor de patiënt en vertalen in begrijpelijke taal. 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
3. Ik kan op basis van informatie uit het FK en de patiëntgegevens bepalen of ik een recept voor laxantia of diuretica mag herhalen, en op welke voorwaarden. 

Slide 3 - Diapositive

Lesboek
Pathologie:
  • 6.4. Hartfalen 
  • 7.7.1. Obstipatie
  • 10.2. Filtratie
  • 10.3. Regelmechanismen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Welke voedingsmiddelen bevorderen obstipatie?

Slide 8 - Question ouverte

Noem voorbeelden van mensen die chronisch laxeermiddelen gebruiken

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Waarom moet de patiënt veel drinken bij gebruik van volume vergroters?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Is lactulose een 'contact laxantia'?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Mag je Cleanprep altijd herhalen?
A
Ja, altijd
B
Ja, maar alleen bij een chronische indicatie
C
Ja, maar niet vaker dan 2x
D
Nee

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

FK: lactulose
1. Wordt dit middel vergoed door de zorgverzekering?
2. Zie 'Advies': wat is functionele obstipatie?
3. Wordt lactulose ook aangeraden bij kankerpatiënten die morfine gebruiken? Waarom wel/niet?
4. Bij welke indicaties (behalve obstipatie) wordt dit middel ook voorgeschreven?
5. Kan lactulose ook door een voedingssonde gegeven worden?

Slide 24 - Diapositive

FK: lactulose
6. Wat gebeurt er als iemand te veel lactulose gebruikt?
7. Zie 'bijwerkingen': wat is 'flatulentie'?
8. Lactulose kan een hypokaliëmie veroorzaken. Is dat ernstig?
9. Welk alternatief van dit middel raadt je aan bij een diabeet?
10. Wordt lactulose in het bloed opgenomen na inname?
11. Mag je als DA dit middel herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

Slide 25 - Diapositive

FK: macrogol
1. Zie 'Advies': wat is een habituele obstipatie?
2. Is dit middel ook geschikt om te geven bij obstipatie met 'fecale impactie'?
3. Waarom krijgt een patiënt die een coloscopie krijgt dit middel?
4. Welke bijwerkingen kan de patiënt verwachten, vooral bij 'Cleanprep'?

Slide 26 - Diapositive

FK: macrogol
5. Dit middel heeft invloed op de absorptie van andere geneesmiddelen. Wat adviseer je voor innameschema?
6. Mag je dit middel als DA herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

Slide 27 - Diapositive

FK: hydrochloorthiazide
1. Bij welke indicaties? Vertaal medische termen.
2. Wanneer moet de dosis aangepast worden?
3. Er zijn veel bijwerkingen. Welke kunnen bevestigd worden door bloedonderzoek? Waarom zou dat nodig kunnen zijn?
4. Hoe lang duurt het voordat de patiënt effect merkt na inname?


Slide 28 - Diapositive

FK: hydrochloorthiazide
5. Mag je als DA dit middel herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

Slide 29 - Diapositive

FK: furosemide
1. Welk middel s sterker: hydrochloorthiazide of furosemide?
2. Welke toedieningsvorm van dit middel wordt gebruikt bij astma cardiale?
3. Bij welke indicaties wordt dit middel voorgeschreven?
4. Tot welk tijdstip mag een patiënt dit middel innemen en waarom?
5. Zie bijwerkingen: wat is een 'orthostatische hypotensie'?

Slide 30 - Diapositive

FK: furosemide
6. Waarom mag een patiënt die gedehydreerd is geen furosemide innemen?
7. Op welke deel van het nefron werkt dit middel in?
8. Hoe lang duurt het voordat een patiënt het effect van dit middel merkt na innamen? i.v. of tabletje?
9. Waarom zou een arts de retard-variant voor willen schrijven?

Slide 31 - Diapositive

FK: furosemide
10. Mag je als DA dit middel herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

Slide 32 - Diapositive

laxantia

Slide 33 - Carte mentale

diuretica

Slide 34 - Carte mentale

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe obstipatie kan ontstaan en hoe dat medicamenteus en niet-medicamenteus behandeld kan worden.
2. Ik kan informatie opzoeken in het FK over laxantia en diuretica. Deze informatie kan ik selecteren op relevantie voor de patiënt en vertalen in begrijpelijke taal. 

Slide 35 - Diapositive

Leerdoelen
3. Ik kan op basis van informatie uit het FK en de patiëntgegevens bepalen of ik een recept voor laxantia of diuretica mag herhalen, en op welke voorwaarden. 

Slide 36 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage