Les 11 thema 8 Uiterlijk en karakter

Les 11 thema 8 Uiterlijk en karakter
-
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
DutchISK

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Les 11 thema 8 Uiterlijk en karakter
-

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
1. Leerwerk herhalen vorige week
2. Grammatica H.7 doen
2. Huiswerk bespreken
Pauze
4. Hoofdstuk 8 vocabulaire
5. Taalhulp karaktereigenschappen (p.219)
6. Grammatica imperfectum (p.220-222)
 Grammatica reflexieve verba (p.230-231) Volgende week donderdag
Vocabulaire  uiterlijk (p.235-236) Volgende week donderdag
Grammatica er + indefiniet subject  (p.242) Volgende week donderdag

Slide 2 - Diapositive

Herhalen vorige week
-leren woordenlijst thema 7
- leren grammatica p.183, 185, 189.
- leren taalhulp p.195
- maken opdrachten 3, 4, 5, 8, 10, 11, 15, 19, 20, 21, 23, 27

Elke dag 5 leren: onregelmatige werkwoorden à p.332-334





















Slide 3 - Diapositive

Grammatica speciale combinaties met de imperatief (p.185)
vriendelijke instructie


Slide 4 - Diapositive

Opdracht!
1. Welke directe commando's gebruik jij in jouw dagelijks leven?
2. Welke vriendelijke commando's (tussen commando en verzoek) gebruik jij op jouw werk?
3. Welke vriendelijke verzoeken gebruik jij thuis/met vrienden?

Slide 5 - Diapositive

Grammatica indirecte rede (p.189)
Opdracht 4 grammatica
5 lezen

Slide 6 - Diapositive

Opdracht: zet de zinnen in de indirecte rede
1. Felicia zegt: 'Ik was gisteren te laat op mijn werk'.
2. Zuko denkt: 'Heb ik vanochtend niets gegeten?'
3. Jij zegt: 'Ik wil dit niet meer doen'.
4. Hij belooft: 'Ik zal een taart voor je bakken'.
5. Ik weet: 'Ik heb zin in sushi'.

Slide 7 - Diapositive

Welke lichaamsdelen staan op deze foto?

Slide 8 - Carte mentale

Welke lichaamsdelen staan op deze foto?

Slide 9 - Carte mentale

Welke lichaamsdelen staan op deze foto?

Slide 10 - Carte mentale

Welke lichaamsdelen staan op deze foto?

Slide 11 - Carte mentale

Welke lichaamsdelen staan op deze foto?

Slide 12 - Carte mentale

Grammatica separabele verba (p.205-206)
Grammatica bespreken
Opdracht 19
Opdracht 20
Opdracht 21
Opdracht 22 spreken

Slide 13 - Diapositive

Bespreken huiswerkopdrachten
4 Grammatica
8 schrijven
*9 vocabulaire
10 Vocabulaire
11 Vocabulaire en grammatica
15 Schrijven
*18 Luisteren
19 Grammatica !
20 Grammatica !
21 Grammatica !
23 Lezen
27 Lezen

Slide 14 - Diapositive

-
-

Slide 15 - Diapositive

Hoofdstuk 8: Uiterlijk en karakter
-

Slide 16 - Diapositive

Vocabulaire hoofdstuk 8
Opdracht 1 
Opdracht 2 luisteren
Taalhulp karaktereigenschappen
Opdracht 3 + 4 spreken

Hierna: grammatica imperfectum p.220-222

Slide 17 - Diapositive

Herhalen Soft-ketchup en perfectum

Slide 18 - Diapositive

Grammatica Soft-ketchup
1. kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. kijk naar de stam van het woord
3. is de laatste letter van de stam een consonant? --> ge + stam + t
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? --> ge + stam + d

Slide 19 - Diapositive

Werkwoord 'dansen'
1. Kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. Kijk naar de stam van het woord (stam = dans)
3. Is de laatste letter van de stam een consonant? --> ge + stam + t (dans --> gedanst)
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? --> ge + stam + d

Slide 20 - Diapositive

Werkwoord 'wonen'
1. Kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. Kijk naar de stam van het woord (stam = woon)
3. Is de laatste letter van de stam een consonant? --> ge + stam + t
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? --> ge + stam + d (woon --> gewoond)

Slide 21 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden (regular verbs)
Quiz!

Slide 22 - Diapositive

Hij heeft gisteren de hele dag ... (schrobben)

Slide 23 - Question ouverte

De hond heeft gedurende de rit ... (blaffen)

Slide 24 - Question ouverte

Vandaag heb ik de tuin ... (vegen)

Slide 25 - Question ouverte

We hebben twee jaar in Eindhoven ... (leven)

Slide 26 - Question ouverte

Wanneer heb jij ... (mailen)

Slide 27 - Question ouverte

Hij heeft helemaal naar Peru ... (reizen)

Slide 28 - Question ouverte

Heeft hij wel ... ? (douchen)

Slide 29 - Question ouverte

Hij heeft de hond ... (aaien)

Slide 30 - Question ouverte

Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs)
Quiz!

Slide 31 - Diapositive

Hij heeft gisteren de hele dag ... (lachen)

Slide 32 - Question ouverte

Ik heb zondag 3 boeken ... (lezen)

Slide 33 - Question ouverte

Ik heb de hele dag in een Ferrari ... (rijden)

Slide 34 - Question ouverte

We zijn twee jaar in Eindhoven ... (blijven)

Slide 35 - Question ouverte

Wanneer heb jij ... ? (zitten)

Slide 36 - Question ouverte

Hij heeft bij Mila ... (slapen)

Slide 37 - Question ouverte

Zij heeft in de Maas ... (zwemmen)

Slide 38 - Question ouverte

Taylor Swift heeft gisteren mooi ... (zingen)

Slide 39 - Question ouverte

Dus wat hebben wij tot nu toe geleerd?
Tegenwoordige tijd = Ik woon nu in Nederland
Perfectum = Ik heb in Nederland gewoond
Imperfectum = Ik woonde in Nederland

Slide 40 - Diapositive

Imperfectum regelmatige werkwoorden
1. Kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. Kijk naar de stam van het woord
3. Is de laatste letter van de stam een consonant? --> stam + te(n)
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? --> stam + de(n)

Slide 41 - Diapositive

Werkwoord fietsen
1. kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. kijk naar de stam van het woord (fiets)
3. is de laatste letter van de stam een consonant? -->  stam + te(n) (fiets --> fietste(n))
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? -->  stam + d

Slide 42 - Diapositive

Werkwoord mankeren
1. kijk naar de consonanten in soft-ketchup +x
2. kijk naar de stam van het woord (mankeer)
3. is de laatste letter van de stam een consonant? -->  stam + te(n)
4. Is de laatste letter van de stam een andere consonant of vocaal? -->  stam + d (mankeer--> mankeerde(n))

Slide 43 - Diapositive

Maak zinnen in het imperfectum
Gebruik de onderstaande woorden:
- verhuizen
- praten
- werken
- reizen
- maken

Slide 44 - Diapositive

Imperfectum onregelmatige werkwoorden
Bijlage in het boek (p.332-334)

Uit je hoofd leren!

Slide 45 - Diapositive

Maak zinnen in het imperfectum
Gebruik de onderstaande woorden:
- lezen
- lopen
- zijn
- gaan
- brengen

Slide 46 - Diapositive

Schrijfopdracht
Wat heb jij afgelopen weekend gedaan? (gebruik perfectum)

Slide 47 - Diapositive

Tijdsindicaties p.223
Opdracht 5 grammatica
Opdracht 6 grammatica
Opdracht 8 schrijven
Opdracht 9 luisteren
* Opdracht 10 spreken
Opdracht 11 lezen en grammatica
Opdracht 12 interview elkaar

Slide 48 - Diapositive