P&F Les 6 Afwikkeling nalatenschap

Afwikkeling nalatenschap 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Personen- en familierechtMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Afwikkeling nalatenschap 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesstof
  • Afwikkeling nalatenschap h8 par. 8.3 en h11
  • Erfbelasting h11 

Dit is de laatste les voor de toets!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nalatenschap
Het geheel van bezittingen en schulden van de overledene (= erflater). 

De nalatenschap bestaat uit het eigen vermogen van de overledene én diens aandeel in de huwelijksgemeenschap!

De nalatenschap wordt verdeeld onder de erfgenamen van de overledene. Iedere erfgenaam heeft recht op zijn/haar erfdeel


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan bij overlijden
  1. Aangifte van overlijden bij de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden (door begrafenisondernemer).
  2. Bank die kennis neemt van het overlijden, blokkeert de bankrekening van de overledene. De bank wil eerst weten wie de erfgenamen zijn!
  3. Opheffing blokkade na verklaring van erfrecht door notaris (art. 4:188 BW). Notaris doet eigen onderzoek en vangt aan met inzage bij CTR. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verklaring van erfrecht
  • Wanneer overleden?
  • Huwelijk?
  • Kinderen?
  • Testament?
  • Erfgenamen?
  • Aanvaarding/verwerping?
  • Executeur of gevolmachtigde?
  • Wie is tekeningsbevoegd?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees art. 4:190 lid 1 BW.
Welke 3 opties heeft een erfgenaam?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je een nalatenschap altijd zuiver aanvaarden.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de stappen in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Stap 8
Overlijdensakte
Adviesgesprek notaris
Verdeling nalatenschap
Verklaring van erfrecht
Overlijden
Onderzoek erfgenamen
Notaris checkt aanwezigheid testament
Informeren erfgenamen

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het erfdeel van een kind is € 25.000. Over hoeveel euro moet het kind erfbelasting betalen?
A
€ 25.000
B
€ 22.918
C
€ 2.082

Slide 15 - Quiz

Je betaalt alleen belasting over het bedrag dat je meer ontvangt dat waarvoor je bent vrijgesteld.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Berekening erfbelasting
  • Het kind ontvangt € 2.082 meer dan de vrijstelling.
  • Uit de tabel volgt dat een kind tot een bedrag van € 138.641 10% erfbelasting moet betalen. 
  • Berekening: 10% x € 2.082 = € 208,20

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel dat het kind € 250.000 erft.
Over hoeveel euro moet het erfbelasting betalen?
A
€ 250.000
B
€ 138.641
C
€ 227.082
D
€ 88.441

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kind erft dus € 250.000. Er geldt een vrijstelling van € 22.918. Over € 227.082 moet erfbelasting worden betaald. Hoeveel moet het kind betalen?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwerking
  • Belaste verkrijging is: € 250.000-€ 22.918 = € 227.082
  • Tot € 138.641 moet 10% belasting worden betaald. Over het meerdere 20%.
  • 10% x € 138.641 = € 13.864,10
  • € 227.082 - € 138.641 = € 88.441
  • 20% x € 88.441 = € 17.688,20
  • Totale erfbelasting: € 13.864,10 + € 17.688,20 = € 31.552,30

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions