Lesson 9: 6.3 using devices

les 9: using devices
Grammar: Questions + past continuous
6.3 using devices
Reading tips
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

les 9: using devices
Grammar: Questions + past continuous
6.3 using devices
Reading tips

Slide 1 - Diapositive

Questions
Vragen

Slide 2 - Diapositive

Hoe stel je een vraag?
In het Engels maak je deze soms hetzelfde als in het Nederlands:
  • Zij heeft je gebeld. > Heeft zij je gebeld?
  • She has called you. > Has she called you?
Maar soms ook anders:
  • Ze verkopen snacks. > Verkopen ze snacks?
  • They sell snacks. > Do they sell snacks?

Slide 3 - Diapositive

Zoals in het Nederlands
- als een zin twee of meer werkwoorden heeft 
- of maar één werkwoord dat een vorm van to be (am, are is, was, were) is.
Je zet het eerste (hulp)werkwoord voor het onderwerp
Vergeet het vraagteken niet!
Is this explanation clear?

Slide 4 - Diapositive

Niet zoals in het Nederlands
Het hulpwerkwoord do, does (tegenwoordige tijd) of did (verleden tijd) voor het onderwerp zetten.
  • he/she/it of woorden die hiernaar verwijzen, zoals namen van personen: does of did
      - He plays football. > Does he play football?
  • overig: do of did
      - They played a match. > Did they play a match?

Slide 5 - Diapositive

Met vraagwoorden
Vraagwoorden: who, what, where, when, why, how, which.
Het vraagwoord staat altijd aan het begin van de vraag:
  • Zij heeft je gebeld. > Wie heeft je gebeld?
  • She has called you. > Who has called you?
  • Het begint om twee uur. > Wanneer begint het?
  • It starts at two o’clock. > When does it start?


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Past continuous of past simple:
When I came home, Yara ______(chat) with a friend.

Slide 21 - Question ouverte

Past continuous of past simple:
What __________(do) when I messaged you last night? Oh, I _____ (watch) TV, I guess.

Slide 22 - Question ouverte

Past continuous of past simple:
We _______(discuss) the contract when suddenly someone ____ (knock) on the door.

Slide 23 - Question ouverte

Past continuous of past simple:
Hamza _____(sleep) while Amir ______(listen) to music.

Slide 24 - Question ouverte

Woordenboek gebruik

Slide 25 - Carte mentale

Tips lezen/ woordenboek
  • Lees de zin waarin je het woord tegenkomt nog eens heel goed.
  •  Zoek het woord op in een woordenboek. 
  • Lees alle betekenissen, let op de context in de tekst.
  • Weet je de woordsoort? Noun, verb (cycle n: cyclus/v: fietsen)
  • voorbeeldzin + uitspraak in woordenboek

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Opdrachten
Questions: 
9.1 ex. 3 + gram 34 + extra gram 34

Past continuous: 
Grammar practice verbs > Gram 04 extra gram 04

6.3:
Ex 1, 4, 5, 6 exam exercise


Slide 28 - Diapositive