Burgerschap Vitaal 7.2

Burgerschap Vitaal 7.2
Hoe belangrijk is lichaamsbeweging?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap Vitaal 7.2
Hoe belangrijk is lichaamsbeweging?

Slide 1 - Diapositive

Waarom is beweging goed voor je?

Slide 2 - Question ouverte

Doel van de les:
  • Je kent drie soorten voordelen van beweging.
  • Je weet hoeveel beweging jij per week nodig hebt. 
  • Je kunt uitleggen welke sport of beweging het beste bij jou past. 

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
  • leefstijl
  • conditie
  • overgewicht 
  • ondergewicht
  • geest
  • sociaal

Slide 4 - Diapositive

Waarom is beweging goed?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?
Als Jens na het eten een uur wandelt, slaapt hij dieper.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 7 - Quiz

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?

Max heeft niet elke keer zin om te trainen voor voetbal, maar het is wel leuk om zijn vrienden weer te zien.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 8 - Quiz

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?
Door even een half uurtje buiten hard te lopen, krijgt Aisha nieuwe energie.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 9 - Quiz

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?
Omdat Sven twee keer per week bokst, voelt hij zich zekerder.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 10 - Quiz

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?
Nu Roy op basketbal zit, heeft hij er een paar vrienden bij gekregen.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 11 - Quiz

Is het goed voor lichaam, geest of zijn er sociale voordelen?
Vanaf het moment dat Linda twee keer per week naar fitness gaat, heeft ze minder last van haar rug.
A
Lichaam
B
Geest
C
Sociaal

Slide 12 - Quiz

Wat is voor jou de belangrijkste reden om te gaan sporten?
A
Trainen van het lichaam
B
Trainen of leegmaken van de geest
C
Gezelligheid en elkaar ontmoeten.

Slide 13 - Quiz

Welke sport zou jij kiezen als je een goede conditie wilt opbouwen?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel moet je bewegen?
jonger dan 18?
  • Minstens 1 uur per dag matig intensieve inspanning zoals wandelen/fietsen.
  • Train minstens drie keer per week je spieren/botten.

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel moet je bewegen?
Ouder dan 18:
  • Zorg minstens een half uur per dag voor matig intensieve inspanning, zoals: wandelen/fietsen. 
  • Train minstens twee keer per week je botten/spieren. 

Slide 16 - Diapositive

Body mass index
  • Zit jij op je juiste gewicht?
  • Wat is je lengte?
  • Wat is je gewicht?
  • Bereken je BMI

BMI moet tussen 18,5 - 25. 
Getal lager? Ondergewicht
Getal hoger? Overgewicht

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag 
  • Opdracht 1 + 3 
Klaar? 
  • Aan de slag met de eindopdracht. 
Klaar?
  • opdracht 4 + 6

Slide 18 - Diapositive

Wat betekent het woord 'leefstijl'?
A
Uithoudingsvermogen
B
Je gewicht is te laag
C
De manier waarop iemand leeft.

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het woord 'overgewicht'?
A
Gewicht dat te laag is voor iemands lengte.
B
Gewicht dat te hoog is voor iemands lengte.
C
Gewicht is in balans.

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het woord 'conditie'?
A
Het denken, voelen van de mens.
B
De manier waarop je leeft.
C
Uithoudingsvermogen

Slide 21 - Quiz