Laatste les periode 1-21

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Your brain is a muscle, welcome to the gym.

Welke onderwerpen hebben we
deze periode besproken?

De stam van een werkwoord vind je door:

1. Het werkwoord in de ik-vorm te zetten.
2. "en" van het werkwoord af te halen.
3. Dat weet je gewoon.

Hij is ... (verhuizen).

1. verhuist
2. verhuisd

In Tegenwoordige Tijd moet je de
jij-vorm van een werkwoord spellen met:

1. Stam
2. Stam + t
3. Stam + t/d-e
4. Stam + en

In Verleden Tijd moet je de
wij-vorm van een werkwoord spellen met:

1. Stam
2. Stam + t/d-e
3. Stam + t/d-en
4. Stam + en

Het voltooid deelwoord van een werkwoord wordt gespeld met:

1. Ge + stam
2. Stam + t/d-e
3. Ge + stam + t/d-en
4. Ge + stam + t/d

1. Het gebeurt vaak dat er d/t-fouten komen bij het werkwoord "gebeuren".
2. Het is nog nooit gebeurd dat iedereen deze vraag foutloos beantwoorde.

1. Stelling 1 heeft een voltooid deelwoord erin.
2. Stelling 2 heeft een voltooid deelwoord erin.
3. Stelling 1 & 2 hebben allebei geen voltooid deelwoord erin.
4. Stelling 1 & 2 hebben allebei wel een voltooid deelwoord erin.

Expres beantwoordde fout geschreven. 

Als je de standaard uitgangen + HeT SeXY FoKSCHaap kan je altijd de correcte Verleden Tijdsvorm uitvogelen.

1. Klopt
2. Klopt niet

Het ... (lopen) gisteren helemaal de klauwen uit.

1. lopte
2. loopte
3. liep
4. liept

TT = Stam + t-en

VT = Stam + t/d-en

Let op: 

- In welke tijd het staat.

- Enkelvoud of meervoud?

- Staat er nog een ander werkwoord in de zin? 

- Is het een zwak of sterk werkwoord? 

Sepllignsdropacht

Grammaticale missers

Groter dan, maar hetzelfde als. 

Het raam, doe dit of dat raam dicht. 

De pen, zie je deze of die pen? 

Ons hebben dat goed gedaan? --> Hun hebben

Feedbackformulier

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=Ydvh3TNr706B2c3GyTklcSjYs73THHtKnzrx4lLkaIdUOFBZU1o3REZWTTI4Rk80V0w4VEpTNEtKQS4u

forms.office.com