Toetsvoorbereiding havo 5

Toetsvoorbereiding
Doel: theorie opfrissen + de laatste tips voor de toets geven.
Uitwerking argumentatieschema geven.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Toetsvoorbereiding
Doel: theorie opfrissen + de laatste tips voor de toets geven.
Uitwerking argumentatieschema geven.

Slide 1 - Diapositive

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte geeft antwoord op de hoofdvraag.
Hoofdgedachte en tekstonderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms bijzaken.

Slide 2 - Question de remorquage

1e zin van een alinea de kernzin? Dan is de rest toelichting en dus bijzaak.
Waar
Niet waar

Slide 3 - Sondage

Tip!
Oriënteer je vooraf op de toets:
  • Hoeveel vragen?
  • Hoeveel teksten?
  • Welke tekstonderwerpen?
  • Waar ga je mee beginnen? (wat kost veel tijd?)

Slide 4 - Diapositive

Tip!
Markeer functie- en kernwoorden, zeker bij moeilijke vragen.
  • Functiewoorden: ww's die aangeven wat je moet doen.
  • Kernwoorden: belangrijke vraagspecifieke info.

Slide 5 - Diapositive

Functie- en kernwoorden?
"Welke verklaring voor deze onwetendheid wordt in tekst 1 gegeven?
Vat samen in één zin."

Slide 6 - Question ouverte

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Stelling
Argumenten
Eenzijdig
Veelzijdig
Subjectief
Objectief

Slide 7 - Question de remorquage

Tip!
Het is verstandig signaalwoorden aan het begin of einde van een alinea te markeren (vaak in kernzin).

Slide 8 - Diapositive

Welke signaalwoorden passen bij een causaal verband?
A
doordat
B
daarom
C
dus
D
te danken aan

Slide 9 - Quiz

Welk functiewoord?
"Ik heb mijn verstandskiezen laten trekken, omdat er last van kreeg."
A
Afweging
B
Verklaring
C
Voorwaarde
D
Bezwaar

Slide 10 - Quiz

Welk functiewoord?
Mijn moeder zei altijd: "De eersten zullen de laatsten zijn."
A
Aspect
B
Hypothese
C
Paradox
D
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Tip!
Gebruik de want/dus-proef:
  • Na want volgt het argument.
  • Na dus volgt het standpunt.
Ik stop ermee, want ik heb genoeg gewerkt vandaag.
Ik heb genoeg gewerkt vandaag, dus ik stop ermee.

Slide 12 - Diapositive

Tip!
Herhaal de vraag in je antwoord.
"Welke tegenstelling wordt genoemd in alinea 1?"
De tegenstelling is ...
Telt niet mee voor het aantal woorden!

Slide 13 - Diapositive

Tip!
Citeer verkort!

"Minister Ollongren ... worden meegeteld." (r. 11-12)

Slide 14 - Diapositive