EVAL - lesweek 3

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Vak: Evalueren (EVAL)

Semester: 4

Docenten: Frank van Aken en Prisca With 

Aanwezigheidsregistratie

Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Ben je te laat? Geef dit dan door aan de docent. Doe dit aan het eind van de les.

Programma

• Terugblik les 3
• Huiswerk les 3
• Lesdoel
• Theorie
• Het evalueren
• Aan de slag
• Huiswerk
  
• Afsluiten

Terugblik les 2 - Bespreek met je buurman/buurvrouw

• Hiernaast zie je een plaatje van een begrip uit de zorg. Welk begrip bedoelen we hier?
• Welke fasen/stappen horen er bij dit begrip?
•  Welke onderwerpen moeten in ieder geval in een evaluatieplan genoemd worden?

Lesdoel

Je kunt na de les een evaluatieplan opstellen om een goede evaluatie uit te voeren

Tijd voor de theorie

Evaluatieplan

Om een evaluatie goed uit te voeren zal je deze moeten voorbereiden.

Voor een goede evaluatie heb je een evaluatieplan nodig. Je evaluatieplan is een plan van aanpak voor de evaluatie.

In deze les leer je welke onderdelen er in een evaluatieplan horen.

Tip: check It's voor het format!

Vullen van een evaluatieplan

Bij de situatie noteer je context:

• Wie is de client
• Welk SMART-doel ga je evalueren?
• Hoe lang heb je begeleiding geboden?
• Hoe zag je begeleiding eruit?
• Heb je evaluatiecriteria afgesproken?

Vullen van een evaluatieplan

Bij de doelen noteer je wat je wil bereiken met de evaluatie:

• Wil je weten hoe tevreden de client is?
• Wil je weten of de gekozen methodiek passend is?
• Wil je weten of de gekozen begeleidingsstijl passend is?
• Wil je de voortgang van de begeleiding meten?

Alles mag, zorg ervoor dat je onderbouwt waarom!

Vullen van een evaluatieplan

Bij 'Wat' noteer je je evaluatievragen. Deze zijn afhankelijk van het doel van je evaluatie.

Let op: maak verschil tussen product- en procesvragen!

Vullen van een evaluatieplan

Denk aan de onderbouwing!

Vullen van een evaluatieplan

In het boek staan verschillende evaluatiemethoden. Zie 'Methodisch begeleiden', thema 6.4 'Manieren om te evalueren':

1. Evaluatiegroepsgesprek
2. Evaluatiegesprek individueel
3. Evaluatieformulier / vragenlijst
4. Observeren

Onderbouw ook hier je keuze!

Vullen van een evaluatieplan

Onderbouw ook hier je keuze!

Opdrachten naar aanleiding van theorie

Je hebt 2 mogelijkheden:

1. Je wil meer weten over het verschil tussen product- en procesvragen: Lees Thema 6.2 uit het boek 'Methodisch begeleiden', maak verwerkingsopdracht 4. 
   
   
2. Je wil meer weten over de verschillende evaluatiemethodes: Lees Thema 6.4 uit het boek 'Methodisch begeleiden'. Bedenk bij elke methode 3 voordelen, 3 nadelen en leg uit voor welke soort cliënt de methode geschikt is.
   
   Klaar met de opdracht? Maak een start met je eigen evaluatieplan!

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.

Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.

Check op soort evaluatievragen

Wie kan een doel noemen waar hij/zij een cliënt mee begeleidt?

Check op soort evaluatievragen

1. Bedenk een productvraag
   
   
   
2. Bedenk een procesvraag
   
   
   
3. Laat het horen!

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.

Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.

Verschillende evaluatiemethoden

Noem 3 voordelen en 3 nadelen van de volgende methodes:

• Evaluatiegroepsgesprek
• Evaluatiegesprek individueel
• Evaluatieformulier / vragenlijst
• Observeren

Leg tenslotte uit welke methode je bij welke cliënt kan toepassen!

Aan de slag!

Ga aan de slag met de eindopdracht Evalueren:

1. Download het format van het evaluatieplan
2. Vul je evaluatieplan zo uitgebreid mogelijk. Let op: dit kun je doen zelfs al heb je je OSP nog niet af!
3. Klaar: laat het lezen aan een klasgenoot en vraag feedback

Je mag ook werken aan een ander verslag!

Afsluiting les

• Productvraag of procesvraag:
  Kunnen de studenten nu zelfstandig hun evaluatieplan vullen?

• Productvraag of procesvraag:
  Hoe hebben de studenten de les ervaren?

• Productvraag of procesvraag:
  Hoe tevreden zijn de studenten over de docent?