Hoofdstuk 4 De rol van de overheid

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4 De rol van de overheid

4.1 Vrijheid van meningsuiting 

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

4.3 Reclame

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet jij welke drie uitgangspunten de overheid heeft als het gaat om media.

Aan het einde van de les ken jij de belangrijkste regels van de media wet.

Aan het einde van de les kan jij verschillende soorten reclame benoemen en beschrijven. 

4.1 Vrijheid van meningsuiting

Overheid heeft drie uitgangspunten(media)

 

• Vrijheid van meningsuiting
• Betrouwbare informatievoorzieningen
• Een meervoudig media-aanbod

4.1 Vrijheid van meningsuiting

                                                       Vrijheid van meningsuiting

Grondwet

•  Persvrijheid(media mag zeggen/schrijven wat ze willen)
• Vrijheid van meningsuiting(zeggen/schrijven wat je wil) 

In dictaturen is geen persvrijheid(censuur)

Censuur: artikelen van journalisten worden vooraf gecontroleerd/soms aangepast

4.1 Vrijheid van meningsuiting

Vier uitzonderingen op de vrijheid van meningsuiting:

• Aanzetten tot haat of discrimineren

• Geen informatie verspreiden die aanstootgevend zijn

• Geen onwaarheden verspreiden

• Geen opruiende uitspraken doen

Opruiend: mensen aanzetten tot haat of geweld.

Alleen een rechter mag achteraf bepalen of de media iets wel of niet hadden mogen zeggen of schrijven.

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

                              Betrouwbare informatievoorzieningen

Betrouwbare informatie is nodig om je mening te vormen over allerlei zaken in de maatschappij/ betrokkenheid 

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

                                                     Pluriform media-aanbod

Pluriformiteit: er bestaan veel verschillende media, waarin veel verschillende meningen aan bod komen.

De overheid reguleert een deel van de media om voor pluriformiteit te zorgen.

Reguleren: de overheid stelt regels op waar dit deel van de media zich aan moet houden.

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

Belangrijkste regels mediawet:

• Vereniging(geen commercieel bedrijf)
• Eigen identiteit
• Minimaal 50.000 betalende leden 
• Geld van overheid(geen sluikreclame) 
• Beperkte reclame
• Volledig programma

Commercieel bedrijf: winst als doel

Identiteit: speciale kenmerken-> niet bij andere omroepen

4.3 Reclame

Reclame- boodschappen die bedrijven verspreiden om hun producten te verkopen.

• Zorgen voor bepaald imago
• Gericht op doelgroepen

Imago: een beeld dat je bij dat product in je hoofd hebt

Doelgroepen: mensen die de producten kopen

4.3 Reclame

Internetreclame

• Nog meer gericht op doelgroepen
• Influencers spelen een grote rol 

Nederlandse Reclame Code:  regels voor reclame in Nederland.

4.3 Reclame

Sluikreclame- stiekem reclame maken

Product placement: bedrijven zorgen ervoor dat hun product te zien is in een tv-programma.

Advertorials: een reclameboodschap die lijkt op een artikel in een krant of tijdschrift.

4.3 Reclame

Ideële reclame: reclame die gericht is op het verbeteren van de maatschappij.

• De reclames van SIRE: #doeslief
• De campagnes van de overheid gedrag te veranderen

Wat is sluikreclame?

1. reclame die gericht is op het verbeteren van de maatschappij.
2. bedrijven zorgen ervoor dat hun product te zien is in een tv-programma.
3. een reclameboodschap die lijkt op een artikel in een krant of tijdschrift.
4. stiekem reclame maken

Welke uitgangspunten horen niet bij de uitgangspunten van de overheid?

1. Vrijheid van meningsuiting
2. Geld
3. Betrouwbare informatievoorziening
4. Meervoudig

Zijn de lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃

Kon jij je concentreren tijdens de uitleg en heb jij de uitleg meegekregen?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Paragraaf 4.1, 4.2 en 4.3.

 Blz. 51 t/m 63, opdracht 1 t/m 17,  19 t/m 22.