Ostu 3.1 - Persoonsvorm TT (Klas 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Bij Ostu

klas 2 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT)

Doel: je herkent een persoonsvorm en kan deze goed schrijven.

Hoe vind je de pv?

1. vraagzin maken
2. zin in andere tijd zetten
3. onderwerp veranderen enkelvoud naar meervoud
4. alle antwoorden zijn goed

Persoonsvorm TT

*De pv verandert van tijd.

*De pv past zich aan het onderwerp aan. (enkelvoud + meervoud)

* Maak een vraagzin. De PV komt vooraan te staan         

ik                                    stam            Ik koop  een Bigmac.       

hij / zij / het                 stam+T        Hij koopt  een Bigmac.  

wij / jullie                      hele ww      Wij kopen een Bigmac.

'je' achter het WW     stam            Koop je een Bigmac?

    

Wat is de ik-vorm van het werkwoord: leven

1. leef
2. leven
3. lev
4. laf

Wat is de ik-vorm van het werkwoord: verliezen

1. verlies
2. verliez
3. verliezen
4. verliest

Wat is de ik-vorm van het werkwoord: vinden

1. vind
2. vindt
3. vint
4. vin

Wat is de Hij-vorm van het werkwoord: vinden

1. vind
2. vindt
3. vint
4. vin

Wat is de ik-vorm van bedanken?

1. bedanken
2. bedankt
3. bedank

Wat is de Hij-vorm van bedanken?

1. bedanken
2. bedankt
3. bedank

Wat is de ik-vorm van het werkwoord: worden

1. worden
2. word
3. wordt
4. wor

Wat is de Hij-vorm van het werkwoord: worden

1. worden
2. word
3. wordt
4. wor

Voorbeelden Persoonsvorm TT

        

ik                                    stam            Ik koop         dus ook     Ik vind het lekker

hij / zij / het                 stam+T        Hij koopT     dus ook    Hij vindT het lekker

wij / jullie                      hele ww     Wij kopen   dus ook     Wij vinden het lekker

'je' achter het WW     stam            Koop je?      dus ook    Vind je het lekker?

    

Stam = hele ww -EN       hele ww = gooien                    Stam = gooi

Hoe schrijf je de pv goed:
Ik verbeter... mijn werk goed. (verbeteren)

1. verbetert
2. verbeterd
3. verbeterdt
4. verbeter

Hoe schrijf je de pv goed:
Hij verbeter... zijn werk goed. (verbeteren)

1. verbetert
2. verbeterd
3. verbeterdt

Hoe schrijf je de pv goed:
Ik verhuis... volgend jaar. (verhuizen)

1. verhuis
2. verhuisdt
3. verhuist
4. verhuisd

Hoe schrijf je de pv goed:
De fabriek verhuis... volgend jaar. (verhuizen)

1. verhuisd
2. verhuisdt
3. verhuist

Hoe schrijf je de pv goed:
Piet we.... in het casino. (wedden)

1. wet
2. wedt
3. wed

Hoe schrijf je de pv goed:
Het ongeluk gebeur.... heel vaak op deze plek. (gebeuren)

1. gebeurdt
2. gebeurt
3. gebeurd

Hoe schrijf je de pv goed:
Fleur loop... elke dag naar school. (lopen)

1. loopdt
2. loopd
3. loopt

Hoe schrijf je de pv goed:
Het rooster verander.... elke periode. (veranderen)

1. verandert
2. veranderd
3. veranderdt

Hoe schrijf je de pv goed:
Klaas bran..... zich aan de hete pan. (branden)

1. brandt
2. brand
3. brand

Wat is dus de regel bij de Pv tt bij de Ik-vorm?

1. stam+t
2. stam
3. stam+DT

Wat is dus de regel bij de PV tt bij de Hij-vorm?

1. stam
2. stam+T
3. Stam+DT

Wat is dus de regel bij de PV tt bij de Wij-vorm?

1. stam
2. stam+T
3. Stam+DT
4. hele WW

Dus kijk naar het onderwerp - Wie doet het?

        

ik                     stam         Ik koop      dus     Ik vind het lekker

hij / Piet / het   stam+T    Hij koopT   dus     Hij vindT het lekker

wij / jullie       hele ww   Wij kopen  dus  Wij vinden het lekker

    

Hoe schrijf je de pv goed:
Ik .... het eten niet goed. (verteren)

1. verteert
2. verteerd
3. verteer
4. veteren

Hoe schrijf je de pv goed:
Hij .... het eten niet goed. (verteren)

1. verteren
2. verteert
3. verteerd
4. verteer

Hoe schrijf je de pv goed:
Wij .... het eten niet goed. (verteren)

1. verteer
2. verteert
3. verteerd
4. verteren

Opdracht

Schrijf een verhaaltje van minimaal 5 zinnen Of schrijf 5 losse zinnen. Gebruik de persoonsvormen: vindt, meldt en brandt, gebeurt en onderstreep deze.

 Zorg dat je let op de hoofdletters en leestekens.

Als het goed is weet je nu de persoonsvorm te vinden en kun je deze in de tegenwoordige tijd goed schrijven.