Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat was de bijnaam van Mussolini?
A
Il duce
B
Generalissimo
C
Führer
D
Il capitano
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
latijn
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wie was de dictator in Spanje?
A
Metaxas
B
Tapas
C
Salazar
D
Franco
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is het symbool van het fascisme?
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Vergelijk de economische productiviteit voor en na WO I. Welke conclusie kan je trekken?
A
productie stagneert
B
productie stijgt
C
productie daalt
D
productie stijgt exponentieel
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Welke gebieden kreeg Italië na WO I?
A
Istrië, Veneto, Trentino, Alto Adige
B
Istrië, Venetië, Lombardia, Alto Adige
C
Istrië, Venetië, Trentino, Alto Adige
D
Istrië, Emilia, Trentino, Alto Adige
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Op welk antiek bouwwerk is dit bouwwerk geïnspireerd?
A
colosseum
B
pantheon
C
triomfboog
D
aquaduct
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Niet alleen werkgevers en werknemers hadden zitting in een corpus, maar ook afgevaardigden van de fascistische partij. Op die manier is er sprake van grote overheidsinterventie.