H1 Bestellingen boek B

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Besteleenheid
Een besteleenheid is de hoeveelheid artikelen die in een verpakkingseenheid geleverd worden. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelmoment
De dag en soms het tijdstip waarop je een bepaalde bestelling plaatst. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelfrequentie
De bestelfrequentie is het aantal keer dat je een bestelling plaatst in een bepaalde periode.  
  1. De bestelfrequentie is gekoppeld aan de bestelgrootte; 
  2. Hoe vaker je bestelt, hoe kleiner de bestelgrootte en andersom



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld bestelfrequentie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Per jaar is de afzet van een Netwerkcamera 8.736 stuks. Je wilt 50 keer bestellen.
Wat is de bestelgrootte?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je verkoopt per dag 5 Apple telefoons. Per bestelling worden er 26 stuks besteld. De winkel is elke week zes dagen geopend. Wat is hier de bestelfrequentie?

Slide 8 - Question ouverte

60
Bestelkosten
Bestellen is natuurlijk niet gratis.

- Verzend- of transportkosten
- Personeelskosten
- Administratiekosten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een besteleenheid?
A
dat je 1 artikel in een doos hebt zitten
B
Dat je bij een bestelling zelfstandig kan werken
C
Het aantal producten in 1 verpakking
D
Dat je samen goed de bestellingen regelt in een bedrijf

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jasper bestelt 10 dozen wijn met een inhoud van 15 flessen wijn per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
15
C
10
D
Alle antwoorden zijn fout

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optimale bestelgrootte
Bij het bestellen van artikelen wil je er aan de ene kant voor zorgen dat er altijd genoeg artikelen in de winkel aanwezig zijn om iedere klant tevreden te kunnen stellen. 

Maar aan de andere kant wil je graat dat de kosten die daarbij horen zo laag mogelijk zijn. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ligt het optimum?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BQ bestelmethode 
Vaste bestelgrootte op variabele tijdstippen:
  • Als je niet vastzit aan een bepaalde maximumvoorraad (producten in magazijn of in een ander schap opslaan).
  • Gebruik je vaak in supermarkten.
Voordeel: 
  • Per artikelnummer te gebruiken
  • Eenvoudig, op elk moment kun je bestellen
  • Zo kun je voorraadniveau laag houden

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS bestelmethode
Variabele bestelgrootte op variabele tijdstippen:
  • Gebruik je als je gebonden bent aan een maximale voorraad (bijv. ivm beschikbare schap- of
      magazijnruimte of investering van geld)
Bijvoorbeeld:
  • grotere producten zoals witgoed
  • duurdere producten zoals elektronica

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sQ bestelmethode
Vaste bestelgrootte op vaste tijdstippen:
  • Wanneer verkoop redelijk regelmatig is
  • Artikelen die wat langer op voorraad liggen (lage omzetsnelheid, hoge omzetduur)
  • Je gaat bijv. elke maand langs de stellingen of er nog voldoende op voorraad ligt
  • Bijvoorbeeld: fietsbel, zadel, achterlicht (in fietsenwinkel)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sS bestelmethode
Variabele bestelgrootte op vaste tijdstippen:
  • Als je niet boven een bepaald maximum voorraadniveau wilt komen (ivm bijv. schapruimte in
     de winkel)
  • Gebruik je als de bestelhoeveelheid groot is (bijv. omdat het goedkoper is om veel te gelijk te
     bestellen)
  • Voorbeelden: sommige houdbare producten in supermarkt, kantoorartikelen in een
      boekwinkel

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelpunt
Het bestelpunt is het moment dat je de bestelling gaat plaatsen. Het bestelpunt is gelijk aan de minimumvoorraad. 

Je houdt hier rekening met de  veiligheidsvoorraad.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelpunt
Bestellen
Levering
Levertijd
Je moet genoeg voorraad hebben om de levertijd te overbruggen + extra verkoop!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gamma verkoopt zakken potgrond van 10 liter. Levertijd is 1 week. Er worden gemiddeld 250 zakken verkocht en de veiligheidsvoorraad is 75 zakken.
Wat is hier het bestelpunt?

Bestelpunt = levertijd * afzet + veiligheidsvoorraad

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalvoorraad
Het bestelinterval is de tijd tussen twee momenten waarop je kunt bestellen. Als je een keer per twee weken een bestelling kunt plaatsen bij Sq en Ss (vaste bestelmomenten), dan is het bestelinterval twee weken.

Als het bestelmoment net voorbij is op het moment dat je voorraad het bestelpunt bereikt, moet je voldoende voorraad hebben om het bestelinterval én de levertijd te overbruggen.

Signaalvoorraad = (bestelinterval + levertijd) × afzet + veiligheidsvoorraad
bestelpunt  = (levertijd * afzet) + veiligheidsvoorraad

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalvoorrad
Ik kan alleen op maandag bestellen, de levertijd zijn 2 dagen  . Ik werk 7 dagen in de week en verkoop 1 artikel per dag. Ik wil een veiligheidsvoorraad aanhouden van 5 stuks. 

Bestelpunt: (2 * 1) + 5 = 8
Signaalvoorraad: (7 +2) * 1+5 = 14

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalvoorrad
Ik kan alleen op maandag bestellen, de levertijd zijn 2 weken. Ik werk 7 dagen in de week en verkoop 1 artikel per dag. Ik wil een veiligheidsvoorraad aanhouden van 5 stuks. 

Bestelpunt: (2 * 7) + 5 = 19
Signaalvoorraad: (1+2) * 7 + 5 = 26

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relatie servicegraad / nee-verkoop
  • Hoe hoger de servicegraad, hoe meer klanten het product direct kunnen
      kopen en dan heb je dus minder vaak nee-verkoop
  • De relatie is dus: hoe hoger de servicegraad hoe minder nee-verkoop
  • Als de servicegraad 100% is heb je dus helemaal geen nee-verkoop

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zaken horen bij bestelkosten?
A
Verzend- of transportkosten.
B
Personeelskosten.
C
Administratiekosten.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions