Les 1 Zorg en Welzijn Communicatie

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Les 1 Zorg en Welzijn.

 Baliewerk en Communicatie

leerdoelen

1. Jullie weten welke vaardigehden een balie medewerker moet hebben.

2. Jullie weten wat verbale en non verbale communicatie is.

opdracht 1

Deze periode mag je stage lopen bij De Omring. De Omring biedt zorg vanuit een klein en wijkgericht zorgteam. Dit team kent de wijk of dorp waar gewerkt wordt heel goed. De medewerkers hebben vaak vaste zorgvragers, waarbij ze hulp verlenen. Verder biedt de Omring cursussen rondom gezondheid. Ook leveren ze kraamzorg en is er een thuiszorgwinkel waar zorgmiddelen en materialen kunnen worden gekocht en gehuurd.

Het doel van het bieden van zorg door de Omring is dat cliënten zo lang en zo goed mogelijk thuis kunnen blijven en zelf dingen doen. Medewerkers van de Omring overleggen met zorginstanties in de buurt, zoals de huisarts en het ziekenhuis. Ook betrekken ze mantelzorgers bij de zorg van de cliënt als dat kan. Dat doen ze samen met de wijkverpleging. Zo leveren ze zo veel mogelijk zorg op maat voor elke cliënt!

Je begint je stage bij de receptie op de hoofdlocatie van de Omring. Je loopt mee met Sara, werkzaam als baliemedewerkster.

Bekijk het filmpje en zie wat een baliemedewerker allemaal doet. Als baliemedewerker van de Omring ben jij het visitekaartje van het bedrijf. Wat wordt daarmee bedoeld? 

Welke zaken moeten goed in orde zijn bij jou om een goed visitekaartje van het bedrijf te zijn? Noem er 4.

verbaal non verbaal

verbaal is met woorden en geschreven.

Non verbaal is uitdrukking in het geicht en gebaren.

Non is niet

opdracht verbaal non verbaal

Een baliemedewerkers moet op veel verschillende manieren communiceren. Zakelijke communicatie is formele communicatie. Dit is heel anders dan de informele communicatie die je gebruikt met familie en vrienden. Zakelijk communiceren kan je leren!

opdracht a

Als je communiceert, kan je verbaal en non-verbaal communiceren. Hieronder staan voorbeelden van communicatie. Zet achter elk voorbeeld of het verbaal is of non-verbaal:

opdr B

Kort samengevat kan je zeggen: (Vul de gaten in. Er komt in beide gaten hetzelfde te staan)

wat wordt bedoeld wanneer je het visitekaartje van het bedrijf moet zijn.

1. Je moet je netjes voorstellen
2. je moet netjes gekleed zijn
3. Je bent de vertegenwoordiger van een bedrijf of instelling
4. je deelt de visitekaartjes uit

wat is verbale communicatie

1. met je ogen rollen
2. naar iemand zwaaien
3. iemand mailen
4. ja knikken

noem voorbeelden van non verbale communicatie.