Lesson 12. revision and study

What are we going to do today?
- Grammar revision.
- Practice with grammar.
- Study words in quizlet or 
   Grammar in SlimStampen
- Finish conversations 

Lesson goal: you feel prepared for tomorrow. 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

What are we going to do today?
- Grammar revision.
- Practice with grammar.
- Study words in quizlet or 
   Grammar in SlimStampen
- Finish conversations 

Lesson goal: you feel prepared for tomorrow. 

Slide 1 - Diapositive

Grammar E1 - Present Tenses
Present Simple: normale tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I walk, she walks, we walk. 
Gebruiken bij: feiten, gewoontes, regelmatige gebeurtenissen.


Present Continuous: duurvorm tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I am walking, she is walking, we are walking. 
Gebruiken bij: dingen die NU gebeuren of iets wat iemand NU doet.

Slide 2 - Diapositive

Grammar E1: Present Tenses
Bij Present Continuous zijn er vaak signaal woorden waar je op kunt letten: at the moment, now, at this time. 

Bij de Present Simple zijn deze er ook: usually, always, often, every day. 

Slide 3 - Diapositive

Grammar E2: Tag questions
Een tag question is iets wat je aan het einde van de zin toevoegt om bevestiging te vragen. In het Nederlands is dat het woordje: toch? 

Als het een positive zin is, is the tag question negative:
He is a strict teacher, isn't he. 

Je herhaalt dus het eerste werkwoord: is en zet deze in een ontkennende vorm

Slide 4 - Diapositive

Grammar E2: tag questions
Is de zin negative, dan zet je de tag question in een positive vorm: You aren't my English teacher, are you? 

De tag question komt dus altijd NA de komma. Het eerste werkwoord is dus of positief of negatief. Een negatief werkwoord heeft het woordje: not erachter. 

Slide 5 - Diapositive

Grammar E2: tag questions
Met de werkwoorden: to be (am/are/is/was/were), modals (can/should) of to have herhaal je dus het werkwoord in de tag question. 
He can come too, can't he? 

Bij andere werkwoorden gebruik je een vorm van to do in de tag question. 
We collected money for charity, didn't we. 
She volunteers at the hostel, doesn't she. 
de tag question staat ook altijd in dezelfde tijd als de rest van de zin. 

Slide 6 - Diapositive

Compounds
Je weet inmiddels dat some/any/every/none quantifiers zijn. Deze quantifiers gebruiken we om compounds te maken. 

Compounds zijn: quantifiers (some/any/every/no & every) gecombineerd met: things, body/one, where. 

Somewhere, nobody, anything, everyone (etc) 

Slide 7 - Diapositive

Gerunds 
Een werkwoord + ing dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord noemen we een Gerund. 

Het wordt vaak gebruikt na werkwoorden als: to (dis)like, to love, to miss & to avoid. 

I love snowboarding. --> snowboarding is Gerund. 

Slide 8 - Diapositive

Infinitive + to 
Sommige werkwoorden in het Engels worden gevolgd door inifitive + to (to & stam van het werkwoord). Dit is vaak na werkwoorden als: to hope, to ask, to refuse, to expect. 

I hope to be  a famous singer one day. --> hope wordt gevolgd door to be, dit is de stam van het werkwoord be. 

Slide 9 - Diapositive

It never ....... near the Rocky Mountains.
A
snows
B
is snowing

Slide 10 - Quiz

Can I ask you a questions, or ....... TV right now?
A
are you watching
B
watch you

Slide 11 - Quiz

I ...... cereal every day.
A
am eating
B
eat

Slide 12 - Quiz

He ........... his nails, it annoys me so much.
A
bites
B
is biting

Slide 13 - Quiz

Tag question:
She is annoying , ........ ?

Slide 14 - Question ouverte

They worked they, ....... ?

Slide 15 - Question ouverte

It's important to resolve this problem, ..... ?

Slide 16 - Question ouverte

I looked ........, but I can't find it.
A
somewhere
B
everywhere

Slide 17 - Quiz

........ is home today, so boring!!
A
No one
B
Someone

Slide 18 - Quiz

My dad refused ........ my toy.
A
giving back
B
to give back

Slide 19 - Quiz

My sister likes ..... us to host diner parties.
A
inviting
B
to invite

Slide 20 - Quiz

Do:
 Do: SlimStampen Grammar in je online boek
Study: words in Quizlet 
We are going to do this: 

- 15 mins in silence. 

We are also going to continue with the speaking exercise. 
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

What did you learn
today?

Slide 22 - Carte mentale