Past Simple - present perfect

The past tense
In deze Lesson Up gaan jullie leren over de verleden tijd en de verschillende versies hiervan.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

The past tense
In deze Lesson Up gaan jullie leren over de verleden tijd en de verschillende versies hiervan.

Slide 1 - Diapositive

Verleden tijd in
het Engels

Slide 2 - Carte mentale

Past Simple
Waarom?
Als je wilt vertellen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Het gaat hier meer om het feit dat het is gebeurd en dat wil je even vertellen :D

Hoe ziet het eruit?
Werkwoord + ED of tweede rijtje onregelmatige werkwoorden.


Slide 3 - Diapositive

Past simple
Signaalwoorden in de zin?
L (last...)                       
A (ago ...)                       
D ( days...)                    
y (yesterday, year...)

Slide 4 - Diapositive

Is dit een past simple zin?
Yesterday I played soccer.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is dit een past simple zin?
I cook dinner every night.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Is dit een past simple zin?
I went to the store last week.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Present perfect
Wanneer?
Iets is vroeger begonnen en heeft nog steeds effect op het heden.
Hoe ziet de present perfect eruit?
Have of has + ww -ED of 3e rijtje onregelmatige werkwoorden 
Signaalwoordjes
Since, for, ever, never, yet


Slide 8 - Diapositive

Present perfect
Vragen stellen
Have of has vooraan in de zin zetten
Have you seen my books?

Negatieve zinnen
'Not' komt aan have of has vast
I haven't looked for your books


Slide 9 - Diapositive

Present perfect
Voorbeeld zinnen:
  1. I have a broken arm for three weeks now. 
  2. We have played soccer, that is why I am tired.
  3. Our house has burned down. 
  4. She has gamed since she was out of school
  5. I have never been to Brazil in my entire life.

Slide 10 - Diapositive

We ____ class for 20 minutes now
A
Have had
B
were having

Slide 11 - Quiz

He ______ since he was born
A
have breathed
B
was breathing
C
has breathed
D
were breathing

Slide 12 - Quiz

We _____ never____ so much in one lesson!
A
has learning
B
Was learned
C
Were learning
D
Have learned

Slide 13 - Quiz

It ___ ___an exciting season yet
A
hasn't been
B
haven't beed
C
Haven't been
D
wasn't

Slide 14 - Quiz

Samenvatting
Door jou en voor jou ;)

Slide 15 - Diapositive

timer
2:00
Past simple 
Present Perfect
since
just
already
ever
not yet
so far
for
this morning
in 2016
the other day
last week
yesterday

Slide 16 - Question de remorquage

Welke van de tijden is al helemaal klaar?

Slide 17 - Question ouverte

Bij welke van de tijden hebben we have of has nodig?

Slide 18 - Question ouverte

Welke van de twee tijden is het derde rijtje onregelmatige werkwoorden nodig?

Slide 19 - Question ouverte