Voorbereiding toets Lean

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
LeanLogistiekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Voorbereiding toets Lean

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je over Lean

Slide 3 - Carte mentale

Wie denkt wat we tot nu toe hebben geleerd ook in de praktijk te kunnen gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Lean gaat over
A
Afslanken
B
Eenmalige verbeteractie
C
Constant verbeteren
D
Ontslag van mensen

Slide 5 - Quiz

Bij ;lean gaat het om
A
Toevoegen van waarde
B
Weghalen van verspilling
C
A en B beiden niet
D
A en B allebei

Slide 6 - Quiz

Lean is een
A
Ontwikkeling van een aantal dingen samen
B
Uitvinding
C
Ontdekking
D
Alle drie fout

Slide 7 - Quiz

De basis van Lean produceren ligt bij
A
Opel
B
Ford
C
Toyota
D
Mitsubishi

Slide 8 - Quiz

Wat is géén vorm van verspilling
A
Fouten herstellen
B
Teveel Voorraad
C
Regelmatige pauzes
D
Wachten

Slide 9 - Quiz

Pull wil zeggen dat
A
Het productieproces loopt altijd door
B
Het productieproces begint te lopen als er klantvraag is
C
Het productieproces zorgt dat er altijd voorraad is voor de klant

Slide 10 - Quiz

Wat is géén andere naam voor een stroomdiagram?
A
Staafdiagram
B
Flowchart
C
Flowsheet
D
Stroomschema

Slide 11 - Quiz

De ovale vorm in een stroomschema staat
A
aan het begin van het proces
B
aan het einde van het proces
C
op beide plaatsen
D
nergens in het stroomschema

Slide 12 - Quiz

Het visgraatdiagram wordt gebruikt om
A
de oplossing van een probleem te vinden
B
de oorzaak van een probleem te vinden
C
het stroomdiagram te maken

Slide 13 - Quiz

5x waarom vragen wordt gedaan om
A
zoveel mogelijk informatie te krijgen over een probleem
B
lastig te doen
C
achter de werkelijke oorzaak van een probleem te komen

Slide 14 - Quiz

De "D" in DMAIC staat voor
A
Determ
B
Decline
C
Define
D
Destination

Slide 15 - Quiz

De "M"in DMAIC staat voor
A
Mindset
B
More
C
Masterflowchart
D
Measure

Slide 16 - Quiz

De "A" in DMAIC staat voor
A
Analyze
B
Appraoch
C
Act
D
Assist

Slide 17 - Quiz

De "I" in DMAIC staat voor
A
Interest
B
Innovate
C
Incline
D
Improve

Slide 18 - Quiz

De "C" in DMAIC staat voor
A
Control
B
Correct
C
Connect
D
Concept

Slide 19 - Quiz

In welke DMAIC fase gebruik je het visgraatdiagram?
A
Define
B
Measure
C
Analyze
D
Improve

Slide 20 - Quiz

In welke DMAIC fase gebruik je een staafdiagram met meetwaarden?
A
Define
B
Measure
C
Analyze
D
Control

Slide 21 - Quiz