30 mei Les 1: Sociaal-communicatieve vaardigheden (1.2)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij Nederlands

Lesplanning

• 15 minuten lezen
• Gesprekken 1.2: Sociaal-communicatieve vaardigheden

Lesdoelen

• Ik weet wat het verschil is tussen formeel en informeel taalgebruik en kan hier voorbeelden van geven.
• Ik weet wat sociaal-communicatieve vaardigheden zijn en kan hier voorbeelden van geven.

Formeel taalgebruik

Informeel taalgebruik

Geachte meneer

Hé bro!

Met vriendelijke groet

Doei!

Zeg het formeel...

Hoi, met mij!

Zeg het formeel...

Heb je even of zal ik zo terugkomen?

Zeg het formeel...

 Hoi, kan ik wat doen?

Zeg het formeel...

Wat? Ik hoor echt niet wat je zegt!

Zeg het formeel...

Ik heb geen idee wat je daarmee bedoelt.

Mila luistert naar haar stagebegeleider die haar uitlegt wat ze de komende week moet doen.

Wat ziet de stagebegeleider?

Welk effect heeft de houding van Mila?

Yan solliciteert naar een bijbaan bij de manager van de supermarkt.

Wat ziet de manager van de supermarkt?

Welk effect hebben de houding en kleding van Yan?

Meryam presenteert haar plan aan Yassin, Melle en Mike (van links naar rechts).

Wat denk je dat Meryam afleidt uit de houding van Yassin en Melle?

Wat zou ze afleiden uit de houding van Mike?

Geef twee voorbeelden van formele taal.

Geef twee voorbeelden van informele taal.

Geef twee voorbeelden van sociaal-communicatieve vaardigheden.