320BH leesvaardigheid

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Argumenteren

321

Nederlands

Lesdoelen

Je kunt vertellen wat de begrippen standpunt, argument en weerlegging inhouden en ziet het verband.

Je kunt argumenten uit de tekst halen (opdrachten).

syllogisme 1

• Stelling 1: Geen van de acteurs is een slaapwandelaar. 
• Stelling 2: Alle Spanjaarden zijn slaapwandelaars.
• 
  
• De conclusie is: Sommige acteurs zijn Spanjaarden.
  
• Is deze conclusie juist of onjuist?
  
• Onjuist

syllogisme 2

• Stelling 1: Alle postzegelverzamelaars zijn chemici. 
• Stelling 2: Sommige postzegelverzamelaars zijn Braziliaans.
  
• De conclusie is: Geen van de chemici is een Braziliaan.
  
• Is deze conclusie juist of onjuist?
  
• Onjuist
  

Argumentatie

Standpunt met een argument=> redenering

De aannemelijkheid van de redenering bepaal je door na te gaan of de redenering logisch is.

Logisch redeneren dus! Dat hebben we zojuist gedaan.

STANDPUNT

Wat is een standpunt?

Ga naar oefenen.facet.onl

mbo-examens - taalexamen - lees- en luisterexamen 3F 2019-2022

Voorbeeldvraag luisterexamen 3F 2019-2020

Vraag 31

ARGUMENTATIE

Wat is een argument?

Voorbeeldvraag leesexamen 3F 2019-2020

Vraag 8+29

Weerlegging

Wat is een weerlegging?

Voorbeeldvraag luisterexamen 3F 2019-2020

Vraag 39

Argumenteren en signaalwoorden

Welke signaalwoorden kunnen worden gebruikt bij het argumenteren?

Als je deze signaalwoorden herkent, herken je ook eerder de argumentatie-> vb: opdr. 1 (blz. 291)

https://www.nt2.nl/documenten/luisteren_op_b2/overzicht_van_signaalwoorden.pdf

Oefenen met argumentatie

Keuze maken:

opdr. 2 (blz. 292 e.v.) leesopdr. OF

opdr. 3 (blz. 294 e.v.) leesopdr.

PLUS maken opdr. 4 (blz. 297-298)

Eerder klaar? Verder met StarttaalOnline3F

luisterexamen 2019-2020, vr. 37

Drogredenen

Starttaalwerkboek 3F, A, blz. 304

Aan de slag met drogredenen

Maken: opdr. 8, blz. 305 e.v.

Verder met StarttaalOnline 3F

Aan de slag met drogredenen

Maken: opdr. 8, blz. 305 e.v.