Fictie KGT1 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Blok 3 Fictie

Herhalen als/dan

Hoofdfiguren en bijfiguren

De zomervakantie duurt langer ... de meivakantie.

1. als
2. dan

Spreek jij net zo goed Spaans ... Nederlands?

1. als
2. dan

In Friesland is het niet zo druk ... in de randstad.

1. als
2. dan

Onze voorstelling is veel leuker ... die van de andere groep

1. als
2. dan

Lesdoelen

- Je weet wat een personage is. 

- Je weet het verschil tussen een hoofdpersoon en bijfiguur. 

Als in een boek of film een typische 'nerd' voorkomt, hoe ziet die er dan uit?

Personage

- Mensen die een rol spelen in een verhaal heten een personage.

- Je hebt twee soorten: hoofdpersoon en bijfiguren.

Hoofdpersoon

- Is het belangrijkste

- Wordt uitgebreid over geschreven

- Je kunt je goed inleven

- Hoofdpersoon verandert vaak

Denk aan: persoon die in het begin een probleem heeft, het oplost in het verhaal en daarna verandert

Bijfiguur

- Minder belangrijk

- Hebben vaak 1 eigenschap: denk aan een lief omaatje, boze meester

- Veranderen ook vaak niet

Een hoofdpersoon verandert niet in een verhaal.

1. waar
2. niet waar

Bij een hoofdpersoon weet je veel gedachtes en gevoelens.

1. waar
2. niet waar

Een bijfiguur heeft 1 opvallende eigenschap.

1. waar
2. niet waar

Over een bijfiguur wordt uitgebreid geschreven.

1. waar
2. niet waar

Wie is de hoofdpersoon in het verhaal Mati's?

Hoe weet je dat Jurcell de hoofdpersoon is?

Nakijken

Kijk de opdrachten 2 en 3 na.