ontwikkeling van stadswijken

Stedelijke gebieden Nederland
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stedelijke gebieden Nederland

Slide 1 - Diapositive

Na week 5 eindmeting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen:
- Je kunt verschillende stadswijken van elkaar onderscheiden 
- Je kunt beargumenteren in welke periode een stadswijk gebouwd is
- Je kunt uitleggen hoe een (oude) stad is opgebouwd
- Met behulp van Google Maps en Streetview kun je verschillende wijken met elkaar vergelijken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Arbeiderswoning
2. Speculatiebouw
4. Grootschalige hoogbouwwijken
5. Groeikern
3. Vinex-wijk

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke omschrijving is juist?

Suburbanisatie is...
A
... het afnemen van de wonigdichtheid
B
... het opknappen van oude stadswijken
C
... het verhuizen van mensen in de stad naar het omliggende gebied
D
... het verhuizen van mensen op het platteland naar de stad.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beschrijving past het beste bij de stadswijk 'hoogbouw jaren 60-70'?
A
Mooi opgeknapt, maar de huur is flink gestegen
B
De wijk is pas vijftig jaar oud, maar toch gaan ze de flats slopen
C
Op het verlaten industrieterrein langs het kanaal komen nu dure appartementen te staan
D
Je woont aan de rand van de stad, tussen villa's en flats

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanuit het centrum naar buiten zijn de meeste steden op dezelfde manier opgebouwd. Hieronder staan vijf omschrijvingen van stadswijken.
Zet de letters in de juiste volgorde van centrum naar buiten.
A. Hier zijn de wegen nog modderig en de scholen noodgebouwen
B. Vooral op zaterdagavond is het hier druk.
C. Nederlands is hier niet de taal van de straat.
D. Als je hoog wilt wonen, dan zit je hier goed.
E. Huisje, tuintje, boompje, beestje.
A
B --> C --> D --> E --> A
B
B --> C --> D --> A --> E
C
B --> C --> E --> D --> A
D
B --> D --> C --> E --> A

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woningen werden er aan het begin van de 20e eeuw gebouwd?
A
Grootschalige hoogbouwwijken
B
Speculatiebouw
C
Groeikernen
D
Arbeiderswoningen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions