H2 Soorten en relaties deel 2

Relaties binnen een soort
Paarvorming tbv voortplanting

Eenmalig of jaarlijks opnieuw
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Relaties binnen een soort
Paarvorming tbv voortplanting

Eenmalig of jaarlijks opnieuw

Slide 1 - Diapositive

Relaties binnen een soort
Concurrentie

Ruimte/ eten/ partner


Slide 2 - Diapositive

Relaties binnen een soort
Bij soorten die in groepen leven wordt concurrentie gereguleerd door rangorde

Slide 3 - Diapositive

Symbiose
Langdurig samenleven heet symbiose.

3 soorten symbiose:
  • Mutualisme --> beide soorten voordeel
  • Commensalisme --> éne soort voordeel, de ander geen voordeel + nadeel
  • Parasitisme --> éne soort voordeel, de ander nadeel

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Een clownvis wordt beschermd door de anemoon, en eet parasieten van de anemoon op. Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 6 - Quiz

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 7 - Quiz

Kokkels groeien op de vinnen van een walvis. De kokkel krijgt meer eten, maar de walvis zwemt daardoor minder snel. Dit is dus...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 8 - Quiz

Een zuigvis lift mee op een haai.
De haai heeft er geen last van.
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 9 - Quiz

De vogel houdt de tanden
van de krokodil schoon....
De vogel krijgt eten
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 10 - Quiz

Welke term is van toepassing op de relatie tussen mens en darmbacteriën?

A
Commensalisme
B
Mutualisme
C
Parasitisme
D
Predatie

Slide 11 - Quiz

Welke term is van toepassing op de relatie tussen zebra en leeuw?

A
Commensalisme
B
Mutualisme
C
Parasitisme
D
Predatie

Slide 12 - Quiz

De warme lucht uit het verwarmings-systeem wordt gebruikt door een zwerver. De lucht zou anders naar buiten geblazen worden

Slide 13 - Diapositive

In het vorige plaatje zag je iemand gebruik maken van de warmte. Is dat parasitisme? leg je antwoord uit.

Slide 14 - Question ouverte

Welke is producent, en welke is consument?

Slide 15 - Diapositive

Plant = producent. Dier = consument

Slide 16 - Diapositive

Waarmee begint elke voedselketen?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb is...
A
Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens
B
Een voedselketen bestaat uit meerdere voedselwebben

Slide 19 - Quiz

De volgende theorie komt in een ander hoofdstuk (overslaan vandaag)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Een plant moet eiwitten maken om nieuwe cellen te maken. Welk element haalt de plant daarvoor uit de mineralen in de grond?
A
N
B
C
C
H
D
O

Slide 25 - Quiz

Voor glucose heeft een plant alleen CO2 en H2O nodig (fotosynthese). moet de plant nog een extra element opnemen om vetten te maken?
A
Ja, N
B
Ja, P
C
Ja, O2
D
Nee

Slide 26 - Quiz

Koolhydraten
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 27 - Quiz

Enzymen
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 28 - Quiz

Metaal
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 29 - Quiz

Zuurstof
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 30 - Quiz

Glucose
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 31 - Quiz

Water
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 32 - Quiz

Plastic
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 33 - Quiz

Plastic
... wordt gemaakt van aardolie. 
...wat afkomstig is van dode dieren en planten die samengedrukt zijn in de grond

Slide 34 - Diapositive

De plaatjes laten allemaal omnivoren zien ;-)

Slide 35 - Diapositive

Een voedselketen bestaat uit producenten en consumenten.
Door welke schakel wordt een voedselketen een voedselkringloop?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Energie kan dus van de ene vorm in de andere omgezet worden. Jouw lichaam zet bv. chemische energie om in andere chemische energie (ATP) en in warmte.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Biobrandstof is niet handig als iedereen dat gaat gebruiken om bv de benzinetank mee te vullen. De auto rijdt er prima op, er is een ander probleem. Welk probleem?

Slide 42 - Question ouverte