2.3 Egypte een rijk land.

De Oude Egyptenaren


2.3 Egypte een rijk land
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Oude Egyptenaren


2.3 Egypte een rijk land

Slide 1 - Diapositive

Wat waren ook alweer de gevolgen van de eerste landbouw?

Slide 2 - Diapositive

Het verbouwen van gewassen noem je;
A
Veeteelt
B
Akkerbouw
C
Landbouw
D
Vruchtbare halve maan gebied

Slide 3 - Quiz

De eerste boeren woonden in:
A
Afrika
B
Amerika
C
Het midden oosten
D
Limburg

Slide 4 - Quiz

Door de landbouw veranderde het leven van de mensen:
A
Mensen kregen meer bezit
B
Mensen kregen minder bezit
C
Er kwam een verschil tussen arm en rijk
D
Er kam geen verschil tussen arm en rijk

Slide 5 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Nijl van groot belang is voor de Oude Egyptenaren
Je ka uitleggen wat een piramide is en waarom deze werd gebouwd.

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je al over Egypte?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Nijl
Eerst leefden de Egyptenaren als Jagers-Verzamelaars

Later gingen ze langs de nijl wonen en werden zij boeren.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Waarom was de jaarlijkse overstroming van de Nijl gunstig voor de boeren?
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Irrigatielandbouw
Het regende bijna nooit in Egypte.
Daarom legden Egyptenaren dijkjes, waterbekkens en kanaaltjes aan.
Via kanalen kon je akkers bevloeien die verder van de Nijl lagen.
Dijken hielpen om het water zo lang mogelijk vast te houden.
Zo hadden ze het hele jaar voldoende water.
Landbouw op deze manier noemen we irrigatielandbouw.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat irrigatielandbouw is
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte



Eerste bewoners trekken achter hun dieren aan
en komen uit langs de oevers van de Nijl

Slide 18 - Diapositive

Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Ook dit is iets dat wij in 2020 nog steeds doen.

Slide 21 - Diapositive

Hoe heet de vruchtbare grond die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest

Slide 22 - Quiz

Wat waren de gevolgen van de goede landbouw dat ze hadden?

Slide 23 - Question ouverte

Gevolgen irrigatielandbouw
  1. Grote oogsten met als gevolg voedseloverschotten
  2. Andere beroepen, omdat niet iedereen meer boer hoefde te zijn, zoals houtbewerker, bronsgieter, pottenbakker. Zulke beroepen heten ambachten (producten maken met de hand).

Slide 24 - Diapositive

Farao
  • Vanaf 3000 v.C. werd Egypte geregeerd door een machtige koning: de farao.
  • Farao werd geholpen en gaf leiding aan alle ambtenaren
  • Zoon van de goden
blz. 23

Slide 25 - Diapositive

Rijk en arm
  • De Farao kon niet alles alleen en dus stelde hij ambtenaren aan. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

De Farao
  • Bestuur was nodig om de irrigatielandbouw te regelen.
  • Eerst waren dit dorpsleiders en later koningen van opper en neder Egypte, maar rond 3100 v.Chr werd dit een Farao.
  • Egyptenaren zagen de Farao als een god en betaalden hem een deel van hun oogst als belasting.

Slide 28 - Diapositive

Farao
slaven
boeren
handelaren
ambtenaren en schrijvers

Slide 29 - Question de remorquage

Welke taken had de farao in Egypte?
Taak van een farao
Geen taak van een farao
hij was de baas van het leger
 

Hij was de belangrijkste boer
Hij was de hoogste priester 
Hij was de hoogste rechter 
Hij was de belangrijkste uitvinder.

Slide 30 - Question de remorquage

Piramides
Graf van de farao
30.000 mensen bouwde daar aan
Allemaal met de hand

Slide 31 - Diapositive

Mummificatie

Slide 32 - Diapositive

Maken in je boek:
2.3 en 2.4 maken, is huiswerk voor volgende week

Slide 33 - Diapositive

Staatsinrichting
Koninkrijk: Land met als staatshoofd een koning of koningin.
Staatshoofd: Koning of president van een land. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo