SO spelling

1. Wat is een zwak werkwoord?


A
een werkwoord dat niet van klank verandert in de verleden tijd
B
een werkwoord dat wel van klank verandert in de verleden tijd
C
een werkwoord dat wel van klank verandert in de tegenwoordige tijd
D
een werkwoord dat niet van klank verandert in de tegenwoordige tijd
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1. Wat is een zwak werkwoord?


A
een werkwoord dat niet van klank verandert in de verleden tijd
B
een werkwoord dat wel van klank verandert in de verleden tijd
C
een werkwoord dat wel van klank verandert in de tegenwoordige tijd
D
een werkwoord dat niet van klank verandert in de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Quiz

2. Welke van onderstaande woorden is een sterk werkwoord?
A
Gapen
B
slapen
C
maken
D
frunniken

Slide 2 - Quiz

3. De stam van het werkwoord schroeven is
A
schroef
B
schroev
C
schroeff
D
schroevv

Slide 3 - Quiz

4. Is de PV juist of onjuist gespeld?

Het plenste zo hard dat je riolering overstroomde
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

5. Is de PV juist of onjuist gespeld?

Mijn laptop crashte gisterenavond tijdens een film.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

6. Is de PV juist of onjuist gespeld?

Onlangs boften wij enorm toen de Sint ons schoentje gevuld had.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

7. In onderstaande zin is het woord 'vergeten' een:

Kees was vergeten zijn moeder op te halen.
A
pv
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 7 - Quiz

8. In welke zin is het voltooid deelwoord juist gespeld?
A
Karel heeft het gras gemaait
B
Karel heeft het gras gemaaidt
C
Karel heeft het gras gemaaid
D
Karel heeft het gras gemoeid

Slide 8 - Quiz

9. In welke zin is het voltooid deelwoord juist gespeld?
A
Wat is er gisteren op school gebeurd
B
Wat is er gisteren op school gebeurdt
C
Wat is er gisteren op school gebeurt
D
Wat is er gisteren op school gebeurde

Slide 9 - Quiz

10. In welke zin zijn de PV en het voltooid deelwoord juist gespeld?
A
Zijn hart werdt door de dokter gecontroleerd
B
Zijn hart werd door de dokter gecontroleerdt
C
Zijn hart werd door de dokter gecontroleerd
D
Zijn hart werdt door de dokter gecontroleert

Slide 10 - Quiz

Leg de regel van 't exkofschip uit.

Gebruik een voorbeeld met:
-  een persoonvorm in de VT 
-  een voltooid deelwoord.

Slide 11 - Diapositive