Actief/passief en HV

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gebeurt er?

Slide 2 - Question ouverte

Waren deze voorbeelden actief of passief volgens jullie?
A
Actief
B
Passief

Slide 3 - Quiz

Formuleer dit nu eens met een vorm van 'worden' in je zin.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Herwerk deze tekst per twee en maak hem meer actief.

Slide 6 - Question ouverte

Analyseer deze zinnen even... 
Welke is actief en welke passief?
Benoem de zinsdelen en kijk wat er anders is.
Teun werd ontvoerd door de leerlingen van 2MTWE2.


De leerlingen van 2MTWE2 ontvoerden Teun.

Slide 7 - Diapositive

Juist of fout? In een passieve zin komt een vorm van 'worden' voor en een VD.
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Juist of fout? In een actieve zin doet je onderwerp de actie.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Juist of fout? In een passieve zin heb je een HV en dit doet de actie.
A
Juist
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Juist of fout? Passieve zinnen zijn beter dan actieve zinnen.
A
Juist
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Actieve zin
bv. Ik eet een taart.
Je O doet de actie

Slide 12 - Diapositive

Passieve zin
De taart wordt gegeten door mij.

O doet de actie niet!
HV (handelend voorwerp) doet de actie (= mij/ik)

In passieve zinnen heb je worden/zijn + VD!
En vaak een HV dat begint met 'door...'

Slide 13 - Diapositive

Van actief naar passief...
Ik eet de taart.   
  O   PV          LV        

De taart wordt gegeten door mij.
O           PV        VD                HV

=> O wordt HV en LV wordt O

Slide 14 - Diapositive

Van passief naar actief...
De taart wordt gegeten door mij.
O           PV        VD                HV
Ik eet de taart.
  O  PV     LV      
      
=> O wordt LV en HV wordt O 
Worden, VD en 'door...' vallen weg!

Slide 15 - Diapositive

Je maakt van een passieve zin een actieve zin door je HV als O in te zetten.
A
Juist
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Als je van een passieve zin een actieve zin wil maken, wordt het O van je passieve zin LV in je actieve zin.
A
Juist
B
Fout

Slide 17 - Quiz