Thema Uitvindingen - Blok 4: Opstand en verdediging

Thema Uitvindingen 
Blok 4: Opstand en verdediging 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema Uitvindingen 
Blok 4: Opstand en verdediging 

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat dit blok over? 
Tijdens de Nederlandse Opstand of de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vochten de Nederlanders tegen de Spanjaarden. Maar hoe deden ze dat? Wat zijn slimme manieren om de vijand te verslaan? Of om het land te verdedigen? En wat zie je daarvan nog terug in ons landschap?

Er is veel veranderd in de manier van oorlog voeren. Nu kan een land oorlog voeren via het internet. Daar zijn geen soldaten voor nodig.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Les 1
  • twee voorbeelden geven van een tactiek die Maurits bedacht in de Opstand.
  • vijf zaken noemen die soldaten nodig hebben tijdens een oorlog.
  • uitleggen wat ‘leven van het land’ betekende voor soldaten.
  • vertellen vanaf wanneer soldaten in Nederland bevoorraad werden.



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Tactiek Maurits  
De eerste rij soldaten schoot en rende snel naar achteren om de musket opnieuw te laden. De tweede rij schoot. Als deze soldaten naar achteren renden om te herladen, stond de eerste rij weer klaar. Zo was er een constante stroom aan kogels die de piekeniers kon verslaan. Met deze tactiek had Maurits veel succes.

Slide 6 - Diapositive

Tactiek Maurits  
Maurits verzon meer slimme tactieken. Samen met schipper Adriaen bedacht hij in 1590 een list om Breda te veroveren. In zijn turfschip smokkelde Adriaen Nederlandse soldaten de stad in. In de nacht kropen de soldaten uit het schip en verrasten de Spaanse soldaten.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat hebben soldaten nodig? 
Soldaten kunnen alleen oorlog voeren als ze genoeg te eten en te drinken hebben. En ze hebben goede kleding, wapens en voldoende munitie nodig. Zonder kogels werkte de tactiek van Maurits natuurlijk niet. Tijdens de Opstand moesten de soldaten zelf wapens, munitie, kleding en voedsel betalen. Dat kochten ze voordat ze op een veldtocht gingen. Het meeste droeg een soldaat zelf. Wat te zwaar was, werd op een kar geladen. Als het voedsel op was, leefden de soldaten ‘van het land’. Ze sloegen dan een tentenkamp op en zochten in de omgeving naar voedsel.

Slide 9 - Diapositive

Eten voor soldaten 
Na 1675 werden de soldaten bevoorraad. In Nederland bouwde het leger op het platteland opslagplaatsen of magazijnen. Vanuit die magazijnen werd voedsel, vooral brood, naar de soldaten gebracht. Maar de soldaten moesten nog steeds ook zelf voedsel verzamelen. Pas vanaf het begin van de negentiende eeuw hoefde dat niet meer.

Slide 10 - Diapositive

Honger als tactiek. leiden werd omsingeld en afgesloten
honger en ziektes braken uit

Slide 11 - Diapositive

Les 2
  • uitleggen waarom Nederland inundatie vroeger als verdedigingstactiek kon gebruiken, maar nu niet meer.
  • uitleggen waarom Nederland na 1830 plannen maakte om het land te verdedigen.
  • beschrijven hoe de Stelling van Amsterdam als waterlinie werkte.
  • beschrijven welk deel van Nederland verdedigd werd door de Nieuwe Hollandse Waterlinie en waarom.




Slide 12 - Diapositive

Water als tactiek 
Nederland ligt laag. Om geen last van het water te hebben, zijn overal dammen, dijken en sluizen gebouwd. Maar soms werden gebieden juist met opzet onder water gezet om de vijand tegen te houden of te verjagen. Dat heet inunderen. Die tactiek gebruikten de watergeuzen tijdens de Opstand, bijvoorbeeld toen de Spaanse soldaten de bevolking van Leiden uithongerden. Rondom de stad hadden de Spanjaarden versterkte plekken of schansen gemaakt van afgegraven aarde. Die bouwden ze om zich tegen aanvallen uit de stad te beschermen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Verdediging 
In 1874 maakte de regering zelfs de Vestingwet. Daarin stond hoe Nederland verdedigd moest worden. Omdat het leger niet sterk genoeg was om het hele land te verdedigen, zou alleen het westen worden beschermd. Daarvoor legde het leger een aantal linies of verdedigingslijnen aan. Een linie bestond onder meer uit vestingen, zoals versterkte steden en forten.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Stelling van Amsterdam 
Belangrijke linies waren de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Dat waren waterlinies, want de gebieden tot aan de linie konden tot ongeveer kniehoogte onder water gezet worden.

In de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden de waterlinies door de Nederlandse soldaten gebruikt. De Stelling van Amsterdam was de laatste linie: als alle andere linies door de vijand waren veroverd, trokken de soldaten, de regering en deel van de burgers zich terug naar Amsterdam. En als de Stelling van Amsterdam dan veroverd werd, was heel Nederland in handen van de vijand.

Slide 18 - Diapositive