Les 2 - uitspraak en luistervaardigheid

1 / 19
suivant
Slide 1: Lien
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Aujourd'hui: 
Les buts: 
- Franse woorden horen en herkennen
- Leren hoe je strategisch een luistertoets aanpakt
Programme: 
- La pronconciation: hoe ging dat ook alweer? 
- Exercices d'écoute

Slide 2 - Diapositive

Eindletters / e, é, è, ê ? 
tard
plus
trop
élève 
élevé 
pâtes
sol
let op: welke klank? 
niet uitspreken 
Eind-medeklinkers en de -e hoor je niet
(behalve de l, r en vaak de c)

e --> uh
é --> ee
è / ê --> als in hè? 

Verder lijkt het grotendeels op Nederlands 

Slide 3 - Diapositive

Duoklanken: 
mais
maire
jaune
beau
beige
soeur
roi
let op: welke klank? 
niet uitspreken 
ai --> è van hè of soms ee 
au --> oo
eau --> oo
ei --> è van hè of soms ee
oeu --> lange uh van zeu
oi --> oewa / wa 
ou --> oe
ui --> ... u - i (wat er staat dus) 
doux
bruit

Slide 4 - Diapositive

De c / ç en de g 
coca
culottes
ç
c'est 
cigare 
gobelin 
guerre 
let op: welke klank? 
niet uitspreken 
c --> k als: 
letters van auto (ca, co, cu) 
c --> s als: 
letters van ei (ce, ci) 
ç --> s altijd 

g --> g van goal als: 
letters van auto (ga, go, gu) 
g --> zje van gênant / journaal als: 
letters van ei (ge, gi) 

De u spreek je in gu en qu niet uit
gigantesque
ne 

Slide 5 - Diapositive

Entraînez-vous! 

Spreek om beurten een rijtje woorden van de vorige drie slides uit en controleer van elkaar of de uitspraak klopt. 
Prenez deux minutes. 
timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

Exercices d'écoute - 1
Bij de volgende meerkeuze vragen is de vraag telkens: welk woord hoor je? 

Soms zijn er meerdere spelwijzen goed. 

Slide 7 - Diapositive

C'est quel mot?
A
ouf
B
oeuf
C
feu
D
fou

Slide 8 - Quiz

C'est quel mot?
A
d'eau
B
doux

Slide 9 - Quiz

C'est quel mot?
A
prêt
B
près
C
prés
D
presse

Slide 10 - Quiz

C'est quel mot?
A
cache
B
caché
C
gache
D
gaché

Slide 11 - Quiz

Exercices d'écoute - 2
De volgende husselzinnen kun je op eigen tempo maken, via de LessonUp in Classroom. Daar heb je werkende oortjes voor nodig. 
(Dus niet de presentatie die je nu "live" volgt.) 

Zet Franse woorden in de goede volgorde, zoals de zin wordt uitgesproken. Vertaal de Franse zin vervolgens naar het Nederlands in een schrift. 

De laatste twee moet je helemaal zelf proberen. 

Slide 12 - Diapositive

(3 over)
C'est 
le 
jour
de
la
rentree
des
classes
Ses 
les
jours

Slide 13 - Question de remorquage

(4 over)
parti
il
combien
-t-
Et
va
rester
temps
de
elle
bâti
lycée

Slide 14 - Question de remorquage

Nu jij: schrijf de zin op die je hoort. (Denk aan hoofdletter, punt / vraagteken.)

Slide 15 - Question ouverte

Tekst
Ecoute
tu
sais
que
le
trois
novembre
c'est
l'anniversaire
de
Maman

Slide 16 - Question de remorquage

Nu jij: schrijf de zin op die je hoort. (Denk aan hoofdletter, punt / vraagteken.)

Slide 17 - Question ouverte

Ça s'est bien passé? 
Hoe ging het en hoe ging het huiswerk? 

Hoe pak je een luistervraag aan... 

Slide 18 - Diapositive

Devoirs: 
Refaire: Chapitre 1 Leçon 2 (1.2) ex. 3, 6-8 (opnieuw)
Maak de luisteroefeningen van deze presentatie en vertaal de zinnen in een schrift!

(Je hebt het al een keer gemaakt, maar ik heb het gewist. Oefen nog een keer.) 


Slide 19 - Diapositive