Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Zouten en molrekenen oefenen
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent de M in de volgende zin: 25 mL 0,100 M natriumsulfiet oplossing wordt bij 25 mL 0,250 M zoutzuur gevoegd.
timer
0:20
A
Molaire massa
B
Mol
C
Molariteit
D
Mol per liter
Slide 2 - Quiz
Wat is de correcte formule voor het zout aluminiumnitraat?
timer
0:20
A
AlNO3
B
Al(NO)3
C
Al(NO3)3
D
Al3NO
Slide 3 - Quiz
Welk proces wordt er beschreven?
timer
0:30
Madelief voegt water toe aan een vaste stof en roert, er ontstaat een helder mengsel.
Floris verwarmt een zoutoplossing, al het water verdampt en een vaste stof blijft achter.
Sofie voegt twee heldere zoutoplossingen samen, het mengsel wordt troebel.
Oplossen
Indampen
Neerslagreactie
Slide 4 - Question de remorquage
Lodewijk voegt een oplossing van natriumsulfaat samen met een oplossing van bariumnitraat. Er ontstaat een neerslag. Vervolgens filtert hij de ontstane suspensie en dampt het filtraat in. Geef de indampvergelijking.
timer
2:00
Slide 5 - Question ouverte
Geef de formules voor de ionen waar Mohr's zout uit bestaat? Gebruik Binas tabel 66A.
timer
1:00
Slide 6 - Question ouverte
Geef de volledige formule voor Mohr's zout.
timer
1:00
Slide 7 - Question ouverte
Welke formule(s) zijn nodig om de berekening te maken?
timer
1:00
Bereken de massa in gram van 2,3·10-3 m3 koolstofdioxide.
In 600 mL van een geconcentreerde zoutzuuroplossing is 255 g HCl(g) opgelost. Bereken hoeveel mol HCl 1,00 L van deze oplossing bevat.
n = m / M
m = n x M
nA = Vopl x [A]
[A] = nA / Vopl
V = n x VM
n = V/ VM
Slide 8 - Question de remorquage
De reactievergelijking voor de verbranding van benzine is: 2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
Een auto verbrandt 36,7 g benzine per kilometer, hoeveel gram CO2 komt daarbij vrij? Geef je berekening.
timer
3:00
Slide 9 - Question ouverte
De reactievergelijking voor de verbranding van benzine is: 2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
In een reactievat zit 0,15 kg benzine en 0,50 kg zuurstof. Welke stof is in overmaat aanwezig? Geef je berekening