Diagnostische quiz VWO H4 & 5 Zouten
Wat betekent de M in de volgende zin:
25 mL 0,100 M natriumsulfiet oplossing wordt bij 25 mL 0,250 M zoutzuur gevoegd.
25 mL 0,100 M natriumsulfiet oplossing wordt bij 25 mL 0,250 M zoutzuur gevoegd.
timer
0:20
A
Molaire massa
B
Mol
C
Molariteit
D
Mol per liter
1 / 10
Éléments de cette leçon
Wat betekent de M in de volgende zin:
25 mL 0,100 M natriumsulfiet oplossing wordt bij 25 mL 0,250 M zoutzuur gevoegd.
25 mL 0,100 M natriumsulfiet oplossing wordt bij 25 mL 0,250 M zoutzuur gevoegd.
timer
0:20
A
Molaire massa
B
Mol
C
Molariteit
D
Mol per liter
Slide 1 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de correcte formule voor het zout aluminiumnitraat?
timer
0:20
A
AlNO3
B
Al(NO)3
C
Al(NO3)3
D
Al3NO
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk proces wordt er beschreven?
timer
0:30
Madelief voegt water toe aan een vaste stof en roert, er ontstaat een helder mengsel.
Floris verwarmt een zoutoplossing, al het water verdampt en een vaste stof blijft achter.
Sofie voegt twee heldere zoutoplossingen samen, het mengsel wordt troebel.
Oplossen
Indampen
Neerslagreactie
Slide 3 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Lodewijk voegt een oplossing van natriumsulfaat samen met een oplossing van bariumnitraat. Er ontstaat een neerslag. Vervolgens filtert hij de ontstane suspensie en dampt het filtraat in. Geef de indampvergelijking.
timer
2:00
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Geef de formules voor de ionen waar Mohr's zout uit bestaat? Gebruik Binas tabel 66A.
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Geef de volledige formule voor Mohr's zout.
timer
1:00
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke formule(s) zijn nodig om de berekening te maken?
timer
1:00
Bereken de massa in gram van 2,3·10-3 m3 koolstofdioxide.
Bereken hoeveel mol 97,60 gram natriumfosfaat is.
In 600 mL van een geconcentreerde zoutzuuroplossing is 255 g HCl(g) opgelost. Bereken hoeveel mol HCl 1,00 L van deze oplossing bevat.
n = m / M
m = n x M
nA = Vopl x [C]
[C] = nA / Vopl
V = n x VM
n = VM / V
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
De reactievergelijking voor de verbranding van benzine is:
2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
Een auto verbrandt 36,7 g benzine per kilometer, hoeveel gram CO2 komt daarbij vrij? Geef je berekening.
2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
Een auto verbrandt 36,7 g benzine per kilometer, hoeveel gram CO2 komt daarbij vrij? Geef je berekening.
timer
3:00
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
De reactievergelijking voor de verbranding van benzine is:
2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
In een reactievat zit 0,15 kg benzine en 0,50 kg zuurstof. Welke stof is in overmaat aanwezig? Geef je berekening
2 C8H18 + 25 O2 --> 16 CO2 + 18 H2O
In een reactievat zit 0,15 kg benzine en 0,50 kg zuurstof. Welke stof is in overmaat aanwezig? Geef je berekening
timer
3:00
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 10 - Diapositive
De quiz heeft je hopelijk al een idee gegeven van welke doelen je beheerst.
Ga nu verder met voorbereiding voor de toets. Vragen kun je stellen in keuze-uren, Amadeus uren en via Teams.
Nu ga ik voor degenen die niet uit de rekenvragen kwamen in de quiz de opgave nog eens stap voor stap doornemen.
