Bs 6: Evolutie

        Basisstof 6 Evolutie
Charles Darwin
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

        Basisstof 6 Evolutie
Charles Darwin
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
    Lesopbouw
  1. Terugblik 3.5    5 min
  2. Lesdoelen.       1 min
  3. Instructie          15 min  
  4. Aan de slag       25 min
  5. Afsluiting           2 min

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren. 
- Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten 

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis vragen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Appelrassen

Ras: groep organismen binnen een soort die door erfelijke eigenschappen verschilt van de rest

Slide 9 - Diapositive

Veranderingen in genotypen
  • Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  • Nieuwe genotypen ontstaan(voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 10 - Diapositive

Natuurlijke selectie
 Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 11 - Diapositive

Het ontstaan van nieuwe soorten
- Zolang dieren met elkaar kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen  krijgen  spreken wij van één soort
- Isolatie kan zorgen voor nieuwe soorten. Dit kan honderden tot duizenden jaren duren. 

Slide 12 - Diapositive

Nee, het is geen soort.

Het kan geen vruchtbare nakomelingen maken.


Is een muildier/muilezel een soort?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

3TL leerstof 
Bs 7: Verwantschap

Slide 15 - Diapositive

Argumenten voor evolutie

Slide 16 - Diapositive

Fossielen
zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 17 - Diapositive

Overeenkomst in bouw(2.1)
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 18 - Diapositive

Overeenkomst in bouw(2.2)
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 19 - Diapositive

Rudimentaire organen
Resten of overblijfselen van organen. Deze ontstaan door aanpassingen aan het milieu, waardoor bepaalde organen niet meer nodig zijn.

Slide 20 - Diapositive

Rudimentaire organen

Slide 21 - Diapositive

Rudimentaire organen
Rudimentaire organen

Slide 22 - Diapositive

Stamboom
- Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom of Verwantschapsschema

- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.


Slide 23 - Diapositive

Stambomen
Evolutionaire stamboom: welke soorten gemeenschappelijke voorouders hebben.

Slide 24 - Diapositive

Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit
 ‘oer-olifantachtigen’ die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden.
In de afbeelding is deze ontwikkeling weergegeven in een stamboom.

Hierover de volgende vraag

Slide 25 - Diapositive

Vragen bij de stamboom (evolutie)
1: Wie is de voorouder van de Afrikaanse en Indische olifant?
2: Welke soorten zijn ongeveer 3 miljoen jaar geleden uitgestorven?
3: Wie is de voorouder van alle olifantachtigen?
4: In welk tijdperk leefde de Paleomastodon?
5: Welke soorten zijn ontstaan vanuit de Paleomastodon?

Slide 26 - Diapositive

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 27 - Quiz

De gordeldieren vertonen de meeste verwantschap met de ...
A
Buideldieren
B
Miereneters

Slide 28 - Quiz

Verwantschap is...
A
binnen één soort vergelijkbare eigenschappen hebben
B
het veranderen van een bestaande soort in een nieuwe soort
C
dieren die in dezelfde groep leven en bij elkaar blijven
D
een vergelijkbare eigenschap van een gemeenschappelijke voorouder krijgen

Slide 29 - Quiz

Met welke groep zoogdieren vertonen de roofdieren de meeste verwantschap?
A
Met de primaten
B
Met de walvissen

Slide 30 - Quiz

Met welk dier heeft de giraf het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen

Slide 31 - Quiz

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 32 - Quiz

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 33 - Quiz

Wat is een argument voor de evolutie theorie?
A
Dieren met overeenkomende bouw
B
We weten het gewoon
C
Omdat Darwin dat zegt
D
Geen van allen

Slide 34 - Quiz

Wat is evolutie?
A
Het ontstaan van de aarde
B
Het veranderen van soorten
C
Het ontstaan van nieuwe soorten
D
Het veranderen, verdwijnen en ontstaan van nieuwe soorten

Slide 35 - Quiz

Lesdoelcheck / Evaluatie
Wat heb je geleerd?

Slide 36 - Diapositive

Nabespreking
  • Wat heb je geleerd in deze les?
  • Wat weet je nu wel, wat je voor de les niet wist?
  • Wat vond je moeilijk?
  • Welke vragen heb je nog?

Slide 37 - Diapositive