H4 - 4.2 Arbeid

H4.2 Arbeid 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4.2 Arbeid 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive

Nakijken
  •  4.1 nakijken

  • huiswerk 4.1 9 t/m 13


  • Zelfstandig nakijken en verbeteren

  • Onduidelijkheden of vragen. geef het aan? 


timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Wat kun je zeggen over de fietser
A
De fietser versnelt
B
De fietser vertraagt
C
de fietser heeft een constante snelheid.

Slide 3 - Quiz

Bereken de afstand die is afgelegd tijdens het remmen?
Bereken de afstand die bij het vertragen is afgelegd?

Slide 4 - Question ouverte

Leg uit wat er met je spierkracht gebeurt als je gaat fietsen.

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit wat er met je spierkracht gebeurt als je tegen een muur aanduwt.

Slide 6 - Question ouverte

Doel van deze les
ik kan uitleggen wat arbeid is
ik weet wat het verschil is tussen positieve arbeid en negatieve arbeid
ik kan de arbeid uitrekenen. 

Slide 7 - Diapositive

Arbeid

Slide 8 - Diapositive

Arbeid
een beweging door een kracht over een bepaalde afstand

Slide 9 - Diapositive

  • spierkracht wordt omgezet in beweging
  • De kogel krijgt een versnelling
  • De energie van de kogel neemt toe (positief)
  •  Het verplaatsen van een voorwerp met een bepaalde kracht noem je arbeid

Slide 10 - Diapositive

Wat is de eenheid van arbeid?
A
Newton (N)
B
Joule (J)

Slide 11 - Quiz

Als iets arbeid verricht dan moet er
A
een afstand worden afgelegd
B
een kracht zijn
C
een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
D
een sterke kerel zijn

Slide 12 - Quiz

(positieve) Arbeid
  • Arbeid is  de hoeveelheid energie die je aan een voorwerp geeft door het met een kracht over een afstand te verplaatsen. 
  • Energie meet je in Joule (J)

  • Geen kracht? Geen arbeid.
  • Geen verplaatsing? Geen arbeid.
  • Kracht loodrecht/haaks op verplaatsing? Geen arbeid.

Slide 13 - Diapositive

Negatieve Arbeid
Tegenwerkende krachten leveren negatieve arbeid.

Wrijvingskracht werkt tegen de 
bewegingsrichting in.
Hier zetten we een min-teken 
voor 

Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte 

Slide 14 - Diapositive

positieve en negatieve Arbeid
Bij constante snelheid geldt dus dat positieve arbeid en negatieve arbeid gelijk aan elkaar zijn. 

Stel Honden leveren over een bepaalde afstand een positieve arbeid van 1000J  

Dan is de negatieve  arbeid die over die zelfde afstand wordt geleverd -1000 J. 

Slide 15 - Diapositive

Arbeid
Arbeid: de bewegingsenergie die je geeft aan een voorwerp

Slide 16 - Diapositive

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Acht honden trekken een hondenslee voort. iedere hond oefent een kracht van 45 N uit. Bereken de arbeid die 1 hond verricht als hij de slee 12 m voortrekt. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • F per hond = 45 N             s = 12 m 
  • arbeid W=? 
  •  W = F . s
  •  W = 45 . 12 = 540 J
  •  de arbeid van 1 hond is 540 J

Slide 17 - Diapositive

oefenvraag
Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die klaas levert is 600 N. 

a. Bereken de arbeid die klaas verricht als hij 1500 m fietst 
b. Hoe groot is de weerstandskracht
c. Hoeveel arbeid verricht de weerstandskracht over dezelfde 1500 m
timer
7:00

Slide 18 - Diapositive

voorbeeld berekening
Uitwerking oefenopdracht : 
Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die jonas levert is 600 N. 
a. Bereken de arbeid die klaas verricht als hij 1500 m fietst 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • Fspier = 600 N             s = 1500 m 
  • arbeid W=? 
  •  W = F . s
  •  W = 600  . 1500 = 900000 J = 900 kJ
  •  de verrichtte arbeid is 900 kJ

Slide 19 - Diapositive

voorbeeld berekening
Uitwerking oefenopdracht: 
Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die jonas levert is 600 N. 
b. Hoe groot is de weerstandskracht
Bij constante snelheid geldt dat de weerstandskracht even groot moet zijn als de voorwaatste  kracht. de weerstandskracht is dus 600N

Slide 20 - Diapositive

voorbeeld berekening
Uitwerking oefenopdracht: 
Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die jonas levert is 600 N. 
c. Hoeveel arbeid verricht de weerstandskracht over dezelfde 1500 m
De arbeid die de weerstandskracht verricht is bij constante snelheid gelijk aan die van de spierkracht. Weerstandskracht is altijd negatief dus de verrichtte arbeid is - 900000 J

Slide 21 - Diapositive

maken opdrachten §4.2 vanaf 17

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Eerst volgende les: 

  • 4.2 opdracht 17 t/m 26

Slide 23 - Diapositive